21.1 - défilé de mode à Broklede

défilé de mode à Broklede
1 / 36
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

défilé de mode à Broklede

Slide 1 - Slide

Lesdoelen (buts)


Je herhaalt woorden/zinnen die te maken hebben met uiterlijk,  kleding en kleuren en je gebruikt het bijvoeglijk nmw.

Slide 2 - Slide

Welke woorden heb je nodig voor een (Franse) modeshow?

Slide 3 - Mind map

les vêtements & les couleurs

Slide 4 - Slide

Les vêtements - de kleding(stukken)
les lunettes            - de bril
la robe                      - de jurk
la jupe                       - de rok
le manteau              - de jas/de mantel
les chaussures      - de schoenen

Slide 5 - Slide

.
A
la casquette
B
les lunettes
C
la robe
D
la jupe

Slide 6 - Quiz

.
A
les chaussures
B
la robe
C
les lunettes
D
le manteau

Slide 7 - Quiz

.
A
les chaussures
B
les lunettes
C
le manteau
D
la jupe

Slide 8 - Quiz

les vêtements & les couleurs
le pantalon              - de broek
le jean                        - de jeans/spijkerbroek
le t-shirt                    - het t-shirt
les baskets              - de gymschoenen
les chaussettes     - de sokken

Slide 9 - Slide

.
A
les chaussures
B
les lunettes
C
les baskets
D
la casquette

Slide 10 - Quiz

.
A
le jean
B
la jupe
C
la robe
D
le pantalon

Slide 11 - Quiz

.
A
les baskets
B
les chaussettes
C
les lunettes
D
les chaussures

Slide 12 - Quiz

porter = dragen
qu'est-ce qu'il porte ?
wat draagt hij ?

Slide 13 - Slide

                 Qu'est-ce qu'il porte ?
il porte............

Slide 14 - Slide

les couleurs - de kleuren
bleu                            - blauw
rouge                         - rood
blanc / blanche     - wit
noir/noire                 - zwart
orange                       - oranje

Slide 15 - Slide

les couleurs - de kleuren
jaune                    - geel                                    rose - roze
vert/verte           - groen                                 gris / grise - grijs
violet/violette   - paars
pourpre               - paars

Slide 16 - Slide

c'est quelle couleur? Welke kleur is het?
A
rouge
B
orange
C
jaune
D
vert

Slide 17 - Quiz

c'est quelle couleur?
A
bleu
B
noir
C
vert
D
blanc

Slide 18 - Quiz

c'est quelle couleur?
A
rouge
B
jaune
C
violet
D
rose

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Les couleurs

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Au Travail !!!! 
Wat ga je doen?
(10 minuten - individueel)
Kijk goed welke kleding je nu aan hebt en schrijf dit in jouw schrift op in het Frans in hele zinnen
 Aujourd'hui je porte ......
 (Vandaag draag ik.....)
 Vermeld ook de kleuren erbij!
Toegestane hulpmiddelen: 
Libre service  jaar 1 (online) - unité 1-5

Slide 24 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
We gaan een défilé de mode  voorbereiden en uitvoeren!
Questions
Wie is er wel eens naar een modeshow geweest of heeft er zelf één gelopen?
Situaties waarbij het gebruik van kleuren/kledingstukken handig is:
* Als je iemand/iets zoekt/kwijt bent.
* Als je duidelijk wilt maken wat jouw voorkeur is/wat je nodig hebt.



Slide 25 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- heb ik samen gewerkt met klasgenoten
- heb ik woorden gebruikt die te maken hebben met uiterlijk,  kleding en kleuren 
- heb ik het bijvoeglijk naamwoord toegepast
- heb ik nieuwe zinnen gemaakt






Slide 26 - Slide

                                       Qu'est-ce qu'on va faire?
In groepjes van 4: Faire un défilé de mode

Wat ga je doen? Je gaat een modeshow voorbereiden en doen.
Hoe ga je dat doen? Je volgt het stappenplan (volgende slide).
Welke hulp/toegestane hulpmiddelen? Libre service jaar 1 unité 1 en 5 online,  Libre service jaar 2 unité 3 .Grammaire en vragen stellen aan jouw groepsleden en docent.
Hoeveel tijd krijg je hiervoor?  15 minuten
Wat doen we met de uitkomst/opbrengst? De modeshow presenteren/uitvoeren (10 minuten).

Slide 27 - Slide

                        STAPPENPLAN - Défilé de mode
Stap 1: Bekijk de zinnen die je aan het begin van de les hebt gemaakt en kijk samen welke verbeteringen/aanvullingen mogelijk zijn:
- staat het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats in de zin?
- zijn de juiste woorden/vertalingen correct gebruikt? 
- zijn er minimaal 3 kledingstukken per persoon gebruikt en is/zijn hiervan de kleur(en) vermeld?
Stap 2: Kijk of je de uitwerking van jouw klasgenoot/groepsleden kunt lezen en straks kunt presenteren: oefen met voorlezen.
Klaar? Noteer in jouw schrift welke Franse woorden je uit het hoofd kent m.b.t. KLEDING - KLEUREN - ANDERE BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN : wie van jullie kent de meeste? 

Slide 28 - Slide

                                       Qu'est-ce qu'on va faire?
In groepjes: Faire un défilé de mode

Wat ga je doen? Je presenteert de kleding van een klasgenoot. 
Hoe ga je dat doen? Je leest dit voor uit het schrift of doet het uit jouw hoofd (= par coeur).
Welke hulp/toegestane hulpmiddelen? Schrift klasgenoot 
Wat doen we met de uitkomst/opbrengst? 
De toeschouwers/ luisteraars noteren de naam van de klasgenoot en in het Nederlands de genoemde/gepresenteerde kledingstukken en kleuren.
Na de modeshow doen we hiermee de vervolgopdracht.

Slide 29 - Slide

Défilé de mode
Voici (nom): elle/il porte ..............................

Je presenteert de kleding van een klasgenoot uit jouw groepje, die nog niet gepresenteerd is m.b.v. het schrift of uit het hoofd (= par coeur)!

De toeschouwers/luisteraars:
Noteren naam klasgenoot en  in het Nederlands:
* de genoemde/beschreven kledingstukken.

Slide 30 - Slide

                                       Qu'est-ce qu'on va faire?

Wat ga je doen? Je noteert de kleding van de gepresenteerde klasgenoten in het Frans in hele zinnen in LessonUp (individueel/zonder overleg).
Hoe ga je dat doen? Je gebruikt de Nederlandse aantekeningen uit jouw schrift en voert de opbrengst in LessonUp in.
Welke hulp/toegestane hulpmiddelen? Jouw schrift 


Slide 31 - Slide

1. Noteer in hele zinnen welke kleding + kleur je draagt.
maak hiervan een foto uit je schrift.

Slide 32 - Open question

1. Noteer in hele zinnen welke kleding + kleur je draagt.
maak hiervan een foto uit je schrift

Slide 33 - Open question

2. Noteer in hele zinnen in het Frans de gepresenteerde klasgenoten en welke kleding + kleur zij dragen.

Slide 34 - Open question

Lesdoelen/buts behaald?
Aan het eind van de les:
- heb ik samen gewerkt met klasgenoten
- heb ik  nieuwe zinnen gemaakt
- heb ik woorden gebruikt die te maken hebben met uiterlijk,  kleding en kleuren.
- heb ik het bijvoeglijk naamwoord toegepast






Slide 35 - Slide

Merci!
Au revoir!

Slide 36 - Slide