C2A défilé de mode

défilé de mode 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

défilé de mode 

Slide 1 - Slide

Welke woorden ken jij over kleding en kleuren

Slide 2 - Mind map

Hoe zeg je in het Frans:
Ik wil de zwarte schoenen (vrl.)
A
Je veux les chaussure noirs.
B
Je veux les noires chaussures.
C
Je veux les chaussure noires.
D
Je veux les chaussures noires.

Slide 3 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
Zij kunnen paar laarzen kopen.
A
Il peut acheter une paire de bottes.
B
Ils peuvent achete une paire de bottes.
C
Ils peuvent acheter une paire de bottes.
D
Elle peut acheter une paire de botte.

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Les couleurs

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Lesdoelen (buts)


Je herhaalt woorden/zinnen die te maken hebben met kleding en kleuren en je gebruikt het bijvoeglijk nmw.

Wat ga je doen?
(10 minuten - individueel)
Kijk goed welke kleding je nu aan hebt en schrijf dit in jouw schrift op in het Frans in hele zinnen
 Aujourd'hui je porte ......
 (Vandaag draag ik.....)
 Vermeld ook de kleuren erbij!
Toegestane hulpmiddelen: 
Naslag digitale lesmateriaal - digitaal woordenboek

Slide 10 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
We gaan een défilé de mode  voorbereiden en uitvoeren!
Questions
Wie is er wel eens naar een modeshow geweest of heeft er zelf één gelopen?
Situaties waarbij het gebruik van kleuren/kledingstukken handig is:
* Als je iemand/iets zoekt/kwijt bent.
* Als je duidelijk wilt maken wat jouw voorkeur is/wat je nodig hebt.



Slide 11 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- heb ik samen gewerkt met klasgenoten
- heb ik de phrases-clés gebruikt en nieuwe zinnen gemaakt
- heb ik woorden gebruikt die met kleding en kleuren te maken hebben
- heb ik het bijvoeglijk naamwoord toegepast






Slide 12 - Slide

                                       Qu'est-ce qu'on va faire?
In groepjes: Tâche chapitre 3: Faire un défilé de mode

Wat ga je doen? Je gaat een modeshow voorbereiden en doen.
Hoe ga je dat doen? Je volgt het stappenplan (volgende slide).
Welke hulp/toegestane hulpmiddelen? Phrases-clés, Naslag Grammaire en vragen stellen aan jouw groepsleden en docent.
Hoeveel tijd krijg je hiervoor?  10 minuten
Wat doen we met de uitkomst/opbrengst? De modeshow presenteren/uitvoeren (10 minuten).

Slide 13 - Slide

                        STAPPENPLAN - Défilé de mode
Stap 1: Bekijk de zinnen die je aan het begin van de les hebt gemaakt en kijk samen welke verbeteringen/aanvullingen mogelijk zijn:
- staat het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats in de zin?
- zijn de juiste woorden/vertalingen correct gebruikt? 
- zijn er minimaal 3 kledingstukken per persoon gebruikt en is/zijn hiervan de kleur(en) vermeld?
Stap 2: Kijk of je de uitwerking van jouw klasgenoot/groepsleden kunt lezen en straks kunt presenteren: oefen met voorlezen.
Klaar? Noteer in jouw schrift welke Franse woorden je uit het hoofd kent m.b.t. KLEDING - KLEUREN - ANDERE BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN : wie van jullie kent de meeste? 

Slide 14 - Slide

                                       Qu'est-ce qu'on va faire?
In groepjes: Tâche chapitre 3: Faire un défilé de mode

Wat ga je doen? Je presenteert de kleding van een klasgenoot. 
Hoe ga je dat doen? Je leest dit voor uit het schrift of doet het uit jouw hoofd (= par coeur).
Welke hulp/toegestane hulpmiddelen? Schrift klasgenoot 
Wat doen we met de uitkomst/opbrengst? 
De toeschouwers/ luisteraars noteren de naam van de klasgenoot en in het Nederlands de genoemde/gepresenteerde kledingstukken en kleuren.
Na de modeshow doen we hiermee de vervolgopdracht.

Slide 15 - Slide

Défilé de mode
Voici (nom): elle/il porte ..............................

Je presenteert de kleding van een klasgenoot uit jouw groepje, die nog niet gepresenteerd is m.b.v. het schrift of uit het hoofd (= par coeur)!

De toeschouwers/luisteraars:
Noteren naam klasgenoot en  in het Nederlands:
* de genoemde/beschreven kledingstukken.

Slide 16 - Slide

                                       Qu'est-ce qu'on va faire?

Wat ga je doen? Je noteert de kleding van de gepresenteerde klasgenoten in het Frans in hele zinnen in LessonUp (individueel/zonder overleg).
Hoe ga je dat doen? Je gebruikt de Nederlandse aantekeningen uit jouw schrift en voert de opbrengst in LessonUp in.
Welke hulp/toegestane hulpmiddelen? Jouw schrift 


Slide 17 - Slide

Noteer in hele zinnen in het Frans de gepresenteerde klasgenoten en welke kleding + kleur zij dragen.

Slide 18 - Open question

Lesdoelen/buts behaald?
Aan het eind van de les:
- heb ik samen gewerkt met klasgenoten
- heb ik de phrases-clés gebruikt en nieuwe zinnen gemaakt
- heb ik woorden gebruikt die met kleding en kleuren te maken hebben
- heb ik het bijvoeglijk naamwoord toegepast






Slide 19 - Slide