thema 4 herhalen grammatica thema 3 en bijzin

thema 4 herhalen grammatica thema 3 en bijzin
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

thema 4 herhalen grammatica thema 3 en bijzin

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Wat leer je vandaag? Opmaat
- dictee woordenlijst
- uitnodiging schrijven
- nieuw: bijzin (omdat)
- herhalen persoonlijk voornaamwoord (personale pronomen bladzijde 83-84)
- herhalen aanwijzend vnw
- uitspraak i/ie
- lezen

Slide 3 - Slide

Wat leer je vandaag? De Sprong
- dictee woordenlijst
- herhalen conjunctie en bijzin.
- lezen column Thomas van der Meer en maken oef. 23 en 24 op pagina 50. Klaar? mail naar i.kelkes-meijer@aventus.nl

Slide 4 - Slide

bladzijde 101
voegwoorden (conjunctie)

hoofdzin volgorde: en, maar, want
Ik vind koffie lekker, maar ik vind thee ook lekker. 

bijzin volgorde: omdat, als
Ik drink  koffie in de ochtend, omdat ik wakker moet worden.
straks Opmaat: Maak oefening 3 en 4 op bladzijde 102 (behalve Salem)
Nu: De sprong: Maak oefening 12 en 13

Slide 5 - Slide

Salem
Maak op de computer:

code plus deel 2 - thema 2: Wat kan ik voor u doen?
oefenen - grammatica - twee hoofdzinnen. 

Slide 6 - Slide

oefening 28 bladzijde 96
Waar moet je op letten?

1. inhoud:  Beste ...., datum, tijdstip, plaats, menu, met vriendelijke groet,  
2. hoofdletter en punt
2. woordvolgorde (Ik kan hem zien. Kan ik hem zien?)
3. persoonlijk voornaamwoorden (ik, hij/hem, zij/haar, wij/ons, etc.)
4. lidwoorden (de/het/een).
5. spelling

Slide 7 - Slide

Stuur je uitnodiging.

Slide 8 - Open question

herhaling pers. vnw.
Hoe heet hij? Ik weet het niet.
Vraag het aan .........
A
hij
B
hem

Slide 9 - Quiz

Ik versta ...... niet.
A
je
B
jou

Slide 10 - Quiz

Wil ...... koffie of thee?
A
zij
B
haar

Slide 11 - Quiz

........ willen graag koffie.
A
we
B
ons

Slide 12 - Quiz

Zijn ......... op vakantie geweest?
A
je
B
jullie

Slide 13 - Quiz

...... zijn blij.
A
wij
B
ons

Slide 14 - Quiz

Zij hebben ....... gezien
A
ons
B
we

Slide 15 - Quiz

Komen .......... uit Nederland?
A
jullie
B
je

Slide 16 - Quiz

Zij hebben .......... gemist.
A
hij
B
hem

Slide 17 - Quiz

Bedenk zelf een zin met het persoonlijk voornaamwoord 'ons'.

Slide 18 - Open question

Aanwijzend voornaamwoord (bladzijde 85)
De broek is te groot. .......... is te groot.
A
hij
B
hem

Slide 19 - Quiz

Het t-shirt is vies. ........ zit in de wasmachine.
A
het
B
hem

Slide 20 - Quiz

Mijn gympen zijn kapot. Ik gooi ....... in de prullenbak.
A
het
B
ze

Slide 21 - Quiz

Uitspraak i/ie

Slide 22 - Slide

Buitenschoolse opdracht
- Werk in tweetallen.
- Maak een foto van 5 verschillende winkels.
- Schrijf voor iedere winkel 5 producten op.
- Kies een van de winkels en vertel aan de klas welke
producten je in de winkel kunt kopen. 


Slide 23 - Slide