Persoonlijk en bezittelijk vnw deel 2

WELKOM in de les Nederlands! 
Neem: 

- Chromebook 
- Werkboek



Doen: 

1. Neem jouw naamkaartje
2. Open jouw Chromebook
3. Ga naar: LessonUp.app
5. Wacht tot iedereen klaar is.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM in de les Nederlands! 
Neem: 

- Chromebook 
- Werkboek



Doen: 

1. Neem jouw naamkaartje
2. Open jouw Chromebook
3. Ga naar: LessonUp.app
5. Wacht tot iedereen klaar is.

Slide 1 - Slide

Herhaling
Onderwerp van de vorige les?

Slide 2 - Open question

Een persoonlijk voornaamwoord ...
A
vervangt een zelfstandig nw om herhaling te vermijden.
B
verwijst naar personen, dingen ...
C
beschrijft acties.
D
kan enkel het onderwerp zijn.

Slide 3 - Quiz

Een bezittelijk voornaamwoord ...
A
kan enkel in de bijvoeglijke vorm voorkomen.
B
geeft aan van wie iets is.
C
kan nooit in een zelfstandige vorm voorkomen.
D
kan zowel in de bijvoeglijke als zelfstandige vorm

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

Mijn, uw, jouw, zijn
A
zelfstandige naamwoorden
B
persoonlijke voornaamwoord
C
bezittelijke voornaamwoorden
D
bijvoeglijke naamwoorden

Slide 5 - Quiz

'Jou, u en ik' zijn voorbeelden van bezittelijke voornaamwoorden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Voor mijn verjaardag kreeg ik van mijn vriendin een tof cadeau: ze kent me echt goed! 
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
mijn 
ik
ze 
me
tof

Slide 7 - Drag question

Planning
  • zelfstandig werk -> individueel + in stilte 
  • oefeningen in werkboek + LessonUp
  • tot het einde van de les

Heb je vragen? Steek je hand op! 

Slide 8 - Slide

Stappenplan
1. Maak 1 oefening. 
2. Oefening af? Verbeter deze met verbetersleutel in het groen!
-> verbetersleutel in enveloppen per bank
3. Oefening verbetert? Maak de volgende oefening. 
4. Verbeter deze. 

Ga zo verder tot je alle oefeningen gemaakt hebt. 

Slide 9 - Slide

Verschillende kleuren
  • Blauw = herhaling theorie 
  • Groen = basisoefeningen (deze moet iedereen maken)
  • Geel = soortgelijke oefeningen (als je meerdere foutjes maakt op basisoefeningen)
  • Oranje = moeilijkere oefeningen (als je geen of enkele foutjes maakt op basisoefeningen)
  • Rood = extra oefeningen (als je snel klaar bent) 

Slide 10 - Slide

Duidelijk?
Ja
Nee
Nog niet helemaal

Slide 11 - Poll

Filmpje: persoonlijke voornaamwoorden
Zonder geluid! 
Met ondertitels!


Wil je graag extra uitleg of wil je de theorie nog eens herhalen? Bekijk dan eerst het filmpje. 

Slide 12 - Slide

Filmpje: bezittelijke voornaamwoorden
Zonder geluid!
Met ondertitels!


Wil je graag extra uitleg of wil je de theorie nog eens herhalen? Bekijk dan eerst het filmpje. 

Slide 13 - Slide

Oefening persoonlijke vnw 
Oef 5: werkboek op blz 177. 




Klaar? Verbeteren met groene pen!

Slide 14 - Slide

Oefening bezittelijke vnw 
Oef 6: werkboek op blz 177. 




Klaar? Verbeteren met groene pen!

Slide 15 - Slide

Hoeveel fouten maakte je per oefening?

Slide 16 - Open question

Oefening persoonlijke & bezittelijke vnw 
Oef 7: werkboek op blz 177-178.




Klaar? Verbeteren met groene pen! 

Slide 17 - Slide

Oefening persoonlijke & bezittelijke vnw 
Oef 8: werkboek op blz 178-179.




Klaar? Verbeteren met groene pen! 

Slide 18 - Slide

Oefening persoonlijke & bezittelijke vnw 
Oef 10 b: werkboek op blz 180




Klaar? Verbeteren met groene pen! 

Slide 19 - Slide

Oefening persoonlijke vnw
Oef 4: werboek blz 176.




Geen verbetersleutel! Laat je oefening nakijken door de leerkracht.  

Slide 20 - Slide

Oefening persoonlijke & bezittelijke vnw
Oef 9: werboek blz 179.




Klaar? Verbeter met groene pen! 

Slide 21 - Slide

Oefening persoonlijke & bezittelijke vnw
Oef 10 c: werboek blz 180.




Geen verbetersleutel! Laat je tekst nakijken door de leerkracht.

Slide 22 - Slide

Klaar met de oranje oefeningen? Hoeveel foutjes maakte je?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Welke oefeningen heb je kunnen maken?

Slide 26 - Open question

Vond je dit voldoende? Had je genoeg tijd?

Slide 27 - Open question

Hoe vond je de oefeningen? Makkelijk, gemiddeld of moeilijk?

Slide 28 - Open question

Wil je graag extra oefeningen maken?
Ik heb geen extra inoefening nodig. Ik maakte bijna geen fouten.
ik maak enkele oefeningen online
Ik vraag extra oefeningen en uitleg aan de leerkracht.

Slide 29 - Poll

Slide 30 - Slide