Betrekkelijke voornaamwoorden

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Betrekkelijke voornaamwoorden

D4V30 (p. 218-222)

... rookt, leeft erg onverstandig.

1. Die
2. Dat
3. Wie
4. Wat

Het schilderij ... je hebt opgehangen, hangt scheef.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

... ik niet begrijp, is dat je je daar druk om maakt.

1. Die
2. Dat
3. Wie
4. Wat

Het slechte weer ... we verwachten, bleef uit.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

Ik zie ... jij niet ziet.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

De gewonde hond ... ik vond, jankte heel zielig.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

Is dat alles ... we nodig hebben?

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

Het eerste ... hij deed, was een douche nemen.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

Hij kwam telkens te laat, ... me behoorlijk irriteerde.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

De poster achter in het lokaal, ... mijn collega heeft opgehangen, is verdwenen.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

Er zijn steeds meer Vlaamse baby's ... niet meer kruipen, maar meteen gaan stappen.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

Het uitgangspunt was gezonde voeding ... niet alleen goed is voor topsporters, maar ook voor de 'gewone' man.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

Vanuit het vliegtuig werd de passagier, ... samen met zijn echtgenote reisde, overgebracht naar het ziekenhuis.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

Het is een toernooi ... mij de grootste triomfen heeft gebracht.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

De brand, ... in alle hevigheid woedde, kon moeilijk geblust worden.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat

Die ene ... zijn hart veroverd heeft, wil hij aan de rest van de wereld tonen.

1. die
2. dat
3. wie
4. wat