This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Reformatie en opstand
hoofdstuk 1
Slide 1 - Slide
Wat weet je nog over de Middeleeuwen?
Slide 2 - Mind map
1.1 Problemen in de kerk
paragraaf 1.1
Slide 3 - Slide
De katholieke kerk
Paus
Ketterij
Inquisitie
Slide 4 - Slide
Opdracht 1, pagina 18.
Slide 5 - Slide
Opdracht 1
a. Leg uit wat een zonde is en geef een voorbeeld.
Een zonde is een overtreding van een regel van de kerk, bijvoorbeeld wanneer je liegt, iemand bedriegt of een moord pleegt.
Slide 6 - Slide
Opdracht 1
b. In de 16e eeuw kochten veel mensen een aflaat. Waarom deden ze dat? Leg uit waar ze bang voor waren.
Veel mensen in de 16e eeuw waren bang om na hun dood in de hel te komen. Door een aflaatbrief te kopen hoopten ze dat te voorkomen.
Slide 7 - Slide
Opdracht 1
c. Verplaats je in een 16e-eeuwse paus. Wat zou hij vinden van het verkopen van aflaten? Leg je antwoord uit.
Een 16-eeuwse paus zou het verkopen van aflaten
Slide 8 - Slide
Opdracht 1
d. Was Cranach een voorstander of een tegenstander van de paus? Leg je antwoord uit.
Cranach was waarschijnlijk een tegenstander van de paus. Hij noemde hem immers een antichrist, dat wil zeggen: iemand die tegen Christus is (en dus voor de duivel). Dat de leider van de kerk zelf niet gelooft, is vast niet als compliment bedoeld.
Slide 9 - Slide
Opdracht 1
e. Wat vond Lucas Cranach van het verkopen van aflaten? Bedenk ook een argument dat hij kan hebben gehad.
Lucas Cranach vond het verkopen van aflaten niet goed, omdat
Slide 10 - Slide
Kritiek op de kerk
Vanaf de 16e eeuw groeide de kritiek enorm. Dit had verschillende oorzaken:
de komst van aflaatbrieven
het humanisme: een stroming waarbij de mens centraal gesteld wordt in plaats van God
De uitvinding van de boekdrukkunst
Slide 11 - Slide
Maarten Luther
Een van die mensen die kritiek had, was de Duitse monnik Maarten Luther. Hij spijkerde zijn kritiek op een kerkdeur in Duitsland.
Slide 12 - Slide
Maarten Luther
Luther vond dat je uit moest gaan van wat er in de Bijbel stond, in plaats van geestelijken geloven. Dat betekende dat:
Mensen de Bijbel zelf moesten lezen en de Bijbel in de volkstaal vertaald moest worden
De aflatenhandel afgeschaft moest worden
De paus moest verdwijnen
Slide 13 - Slide
De Reformatie
De paus was woedend en zette Luther uit de kerk, waardoor de kerk splitste in twee stromingen:
De rooms-katholieken: de mensen die trouw bleven aan de paus
De protestanten: mensen die Luther volgde
Deze splitsing noemen we de Reformatie.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
1.1 Problemen in de kerk
paragraaf 1.1
Slide 16 - Slide
Wat bedoelen we met Reformatie?
Slide 17 - Open question
Leg uit wat Luther het belangrijkste vond
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Johannes Calvijn
Calvijn was een andere hervormer. Hij vond dat soberheid en vroomheid de kern van het geloof moesten worden.
Luther
Calvijn
Je moet de vorst gehoorzamen
Je mag in opstand komen tegen de vorst
Je komt in de hemel als je de Bijbel leest
Predestinatie
Slide 20 - Slide
Gevolgen reformatie
Protestantse kerken ontstaan in Noordwest-Europa → Lutheranen, calvinisten en de Anglicaanse kerk
Vorsten breken met de katholieke kerk
Godsdienstoorlogen in Europa → In Nederland wilde de Spaanse koning Karel V ervoor zorgen dat Nederland niet protestant zou worden.