M&M thema 5: steden en dorpen; blok 4.

• Mens en maatschappij
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Blok 4: shoppen!

Waar gaat dit blok over?

Spullen kopen van over de hele wereld, online kopen en hoe veranderen winkelstraten daardoor?

Steden lijken op elkaar.

* Binnenstad, stadscentrum en wijken.

* Aan de rand van de stad: weidewinkels, waarom is dat?

* Vroeger kleine winkeltjes, nu meer grote winkelketens.

* Wat levert deze schaalvergroting op?

* Wat zijn multinationals?

Wat zijn de gevolgen van schaalvergroting?

1. Kleine winkels gaan samenwerken.
2. Grote winkelketens openen steeds meer winkels.
3. Er komt steeds meer winkelpersoneel.
4. Er komen minder verschillende soorten winkels.

Geef een voorbeeld van een multinational.

Stelling 1: Een autodealer is gevestigd aan de rand van een stad.
Stelling 2: De grondprijs in de stad is duurder dan buiten de stad.

1. Stelling 1 en 2 zijn waar.
2. Stelling 1 en 2 zijn niet waar.
3. Stelling 1 is waar. Stelling 2 is niet waar.
4. Stelling 1 is niet waar. Stelling 2 is waar.

Zo goedkoop mogelijk.

* Productiefactoren zijn verdeeld in:

1: Natuur; gebruik van grondstoffen.

2: Kapitaal; producten maken en specialiseren.

3: Arbeid: naar de lagelonenlanden, dus mondialisering.

4: Ondernemerschap.

Welke productiefactor is door robots vervangen?

1. Natuur
2. Kapitaal
3. Arbeid
4. Ondernemerschap

Stelling 1: Specialisatie binnen een bedrijf leidt tot goedkopere producten.
Stelling 2: Specialisatie is een manier om kosten te besparen op kapitaal.

1. Stelling 1 en 2 zijn waar.
2. Stelling 1 en 2 zijn niet waar.
3. Stelling 1 is waar. Stelling 2 is niet waar.
4. Stelling 1 is niet waar. Stelling 2 is waar.

Wat is mondialisering?

Snel en makkelijk.

Online

 shoppen

voordelen.

Geef een nadeel van online shoppen.

Aan het werk !                                    

* Lees de teksten op blz:

74 t/m 81.

* Maken opdrachten blok 4, 

1 t/m 20 en 22.

Les 2 blok 4. Distributiecentra.

Distributiecentra staan aan de rand van een stad, omdat ..., ..... en .....
Welke is geen goede rede?

1. Het grote bedrijven zijn.
2. De grond daar goedkoper is.
3. Ze van de overheid niet in de stad mogen zitten.
4. Ze bij snelwegen moeten zitten.

Fun en food.

* Funshopping of recreatief winkelen.

* Pop-up winkels.

Food in een bijzondere omgeving.

Wat is een pop-up winkel (of store)?

1. Een tijdelijke winkel.
2. Een kledingwinkel.
3. Een winkel met één soort product.
4. Een grote ruimte met kleine winkeltjes erin.

Vul het juiste woord in. Bij ? is je doel niet spullen kopen, maar je kunt met tassen vol thuis komen.

1. recreatief winkelen
2. fun-shopping
3. online winkelen
4. shoppen

Het landelijk gebied verandert.

* Nevenactiviteiten van de boer.

* De 4 redenen waardoor het platteland verandert:

1: boerderijen krijgen een andere functie.

2: Afspraak in Europa; er moet meer natuur komen.

3: Door klimaatverandering meer ruimte nodig voor het water.

4: Ruimte nodig voor duurzame energie.

Wat zijn nevenactiviteiten voor een boerenbedrijf?

Om welke twee redenen stoppen boeren met hun bedrijf?

1. De boeren willen iets anders doen in hun leven.
2. De volwassen kinderen nemen de boerderij niet over.
3. De concurrentie met grote boerenbedrijven kunnen ze niet aan.
4. De gemeente eist hun land op voor een bedrijventerrein.

Aan het werk !                                    

* Maken opdrachten blok 4.

* Nakijken en verbeteren.

* Ken en kun je: kennen en kunnen !

* Aftekenen.