H12 - §12.4 Versnelling en vertraging

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §12.3
  • lesdoelen §12.4
  • instructie §12.4
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§12.4 Versnelling en vertraging
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §12.3
  • lesdoelen §12.4
  • instructie §12.4
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§12.4 Versnelling en vertraging

Slide 1 - Slide

Vragen §12.3

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Opgave 91

Slide 4 - Slide

Je leert ...
  • de versnelling of vertraging van een beweging uitrekenen;
  • de kracht uitrekenen die nodig is bij een versnelling of vertraging.

Slide 5 - Slide

Veiligheidsmaatregelen in het verkeer
Bedenk hoe de snelheid
van de loper tijdens de
beweging verandert?

Slide 6 - Slide

Versnelde beweging
  • De snelheid neemt toe (wordt groter)
  • De tussenruimte wordt groter
  • De grafiek is een rechte lijn die schuin omhoog loopt.

Slide 7 - Slide

Eenparige beweging
v-t
s-t

Slide 8 - Slide

Versnelling
= de snelheidstoename per seconde


       
iedere seconde neemt de snelheid met 2 m/s toe.
2 sm  s1 = 2 s2m

Slide 9 - Slide

Berekenen versnelling:
                                            a   = versnelling (m/s2
                                                  v= beginsnelheid (m/s) 
                                                ve  = eindsnelheid (m/s)
                                                   v  = snelheidsverschil
a=t(vevb)
a=t(Δv)
Δ

Slide 10 - Slide

even oefenen!
Stan rijdt op zijn racefiets met een snelheid van 25 km/h. Hij versnelt gedurende 5,0 sec. met een versnelling van 0,75 m/s2 

Bereken de eindsnelheid van Stan
 in km/h.

Slide 11 - Slide

even oefenen!
G: vb= 25 km/h = 6,94 m/s,       a = 0,75 m/s2         t = 5 s
G: ve = ?  km/h

F: 

B:

A: De eindsnelheid van Stan is 38, 48 km/h
a=t(vevb)
0,75=5(ve6,94)
ve=5  0,75 + 6,94=10,69  3,6=38,48

Slide 12 - Slide

Vertraging
 - op zelfde manier als versnelling
- negatieve waarde!

tenslotte is de eindsnelheid dan kleiner dan de beginsnelheid!
a=t(vevb)

Slide 13 - Slide

even oefenen!
Max rijdt de pits in. In 3 sec. Neemt zijn snelheid af van 150 km/h naar 60 km/h.

Bereken de vertraging van.

Slide 14 - Slide

even oefenen!
G: vb= 150 km/h = 41,67 m/s,    ve= 60 km/h = 16,67 m/s,          t = 3 s
G: a = ?  m/s2

F: 

B:

A: De vertraging van Max is 8, 33 m/s2 
a=t(vevb)
a=3(16,6741,67)=8,33

Slide 15 - Slide

Kracht en beweging
Kracht nodig om een voorwerp in beweging te krijgen 
of af te remmen:


F =m  a
bij een versnelling : F = positief
bij een vertraging: F = negatief

Slide 16 - Slide

even oefenen!
Max crashed in Silverstone met een snelheid van 240 km/h. De massa van de auto is 800 kg. De auto stond na 140 ms stil.

a. Bereken de vertraging van Max
b. Bereken de kracht (in kN) op de
auto tijdens de crash

Slide 17 - Slide

even oefenen a!
G: vb= 240 km/h = 66,67 m/s,    ve= 0 km/h = 0 m/s,          t = 140 ms
G: a = ?  m/s2

F: 

B:

A: De vertraging van Max is 476,19 m/s2 
a=t(vevb)
a=0,14(066,67)=476,19

Slide 18 - Slide

even oefenen a!
G: a = 476,19 m/s2,    m = 800 kg
G: F = ?  kN

F: 

B:

A: De kracht op Max is 381 kN
F=m  a
F=800  496 =380.952

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
Lezen §12.4 uit je boek

Maak de "gewone" opgaven;

kies eventueel uit:
⨀ - route
✱ - route



Zf

Slide 20 - Slide

Wat weet je al???

Slide 21 - Slide

Sleep het juiste diagram naar de juiste soort beweging. 
eenparig
vertraagd
versneld

Slide 22 - Drag question

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 23 - Quiz

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 24 - Quiz

Als de netto kracht op een voorwerp nul is, is ook de snelheid van dat voorwerp nul.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

De versnelling is altijd in de richting van de netto kracht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Een auto rijdt 49 km/h als voor hem het verkeers-licht op rood springt. De bestuurder remt en staat in 2,2 s stil. Bereken de vertraging van de auto.

Slide 27 - Open question

Je kunt...
  • de versnelling of vertraging van een beweging uitrekenen;
  • de kracht uitrekenen die nodig is bij een versnelling of vertraging.




Slide 28 - Slide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll


 Valversnelling g  = 9,8 m/s2. Hoe hoog is de snelheid van een vallend voorwerp na 4 seconden?

Slide 30 - Open question

Leerdoelen
je kunt nu:
  • de verandering en de snelheid van een beweging berekenen
  • de kracht berekenen die nodig is voor een snelheidsverandering

Slide 31 - Slide

Maak de opdrachten van 12.4 online

Slide 32 - Slide