Bijwoord
1 / 12
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Wat is het bijwoord?
De werkmannen werken hard.
De werkmannen werken hard.
A
werkmannen
B
werken
C
hard
Slide 4 - Quiz
Wat is het bijwoord?
De voorman roept luid dat hij klaar is.
De voorman roept luid dat hij klaar is.
A
de voorman
B
roept
C
luid
D
is
Slide 5 - Quiz
Wat is het bijwoord?
Het lint beweegt zachtjes in de wind.
Het lint beweegt zachtjes in de wind.
A
het lint
B
beweegt
C
zachtjes
D
de wind
Slide 6 - Quiz
Wat is het bijwoord?
De wind waait hard op die dag.
De wind waait hard op die dag.
A
de wind
B
waait
C
die dag
D
hard
Slide 7 - Quiz
Wat is het bijwoord?
De mensen wachten lang in de rij.
De mensen wachten lang in de rij.
A
de mensen
B
wachten
C
lang
D
in de rij
Slide 8 - Quiz
De
bijvoeglijk naamwoord
bijwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord
erg
handige
jongen
schrijft
slordig
Slide 9 - Drag question
De
bijvoeglijk naamwoord
Bijwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord
verse
bloemen
verwelken
snel
Slide 10 - Drag question
De
bijvoeglijk naamwoord
Bijwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord
verse
bloemen
verwelken
bijzonder
snel
