1.1. Organismen indelen

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
1.1 - Organismen indelen
1.2 - Plantenrijk
1.3 - Dierenrijk
1.4 - Schimmelrijk en bacterierijk
1.5 - Voedselkringloop
1.6 - Biotechniek

Slide 2 - Slide

 Organismen

Slide 3 - Slide

Doel van de les
  • je leert hoe je een levend wezen herkent volgens de biologische methode
  • Je leert hoe je organismen moet ordenen
  • Je leert hoe je de naam van een organisme kunt opzoeken
  • Je leert waarom er latijnse namen worden gebruikt voor dieren.

Slide 4 - Slide

Wat is een organisme?
Je hebt drie vormen van bestaan:
- leven
- dood (levend geweest, zoals een dood dier)
- levenloos (steen, water, etc)'
Een organisme is een levend wezen. 
Je kunt ze herkennen aan de volgende kenmerken: (volgende slide)

Slide 5 - Slide

Levenskenmerken
  • voeden
  • groeien
  • uitscheiden (afvalstoffen)
  • ademen
  • reageren (prikkels waarnemen en op reageren)
  • voortplanten

Slide 6 - Slide

Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 7 - Quiz

Is ademhalen een levenskenmerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Rennen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 9 - Quiz

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
poepen
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 10 - Quiz

Indelen van organismen
om organismen beter te kunnen begrijpen, hebben biologen alle organismen ingedeeld in groepen. Dit proces heet ordening.
Ordening vindt voornamelijk plaats op basis van celkenmerken. 
De vier hoofdverdelingen noemen we de vier rijken.

Slide 11 - Slide

De vier Rijken
Bacteriën        Schimmels       Planten               Dieren

Slide 12 - Slide

Groepen
De vier rijken worden vervolgens onderverdeeld in 8 groepen. het is belangrijk dat je deze kent en de kenmerken kan benoemen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Gewervelden
De groep gewervelden worden ook wee ropgedeeld in 5 groepen.
Ook deze moet je kennen met eigenschappen

Slide 15 - Slide

Betekent ordenen indelen in groepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Hoeveel groepen organismen zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
10

Slide 17 - Quiz

Organismen worden ingedeeld in de vier grote groepen: bacteriën, schimmels, planten en dieren
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Uit hoeveel groepen bestaat het dierenrijk?
A
6
B
7
C
4
D
8

Slide 19 - Quiz

Determineren 
Bepalen van de soortnaam Hiervoor gebruik je een zoekkaart of determineertabel.
 

Slide 20 - Slide

Het opzoeken van de naam van een bloem heet:
A
determineren
B
zoekkaarten
C
beredeneren
D
verteren

Slide 21 - Quiz

Wat is 'determineren'
A
Het bepalen van de naam van een dier
B
De conclusie opschrijven
C
Het bepalen van de naam van een organisme
D
Het plukken van planten

Slide 22 - Quiz

Waarom hebben organismen Latijnse namen?
  • Organismen hebben Latijnse namen zodat dezelfde naam over de hele wereld kan worden gebruikt.

  • De Latijnse naam is altijd een dubbele naam. 

  • Het eerste deel is de geslachtsnaam (vergelijk het met jouw achternaam). Deze schrijf je met een hoofdletter.
  • Het tweede deel is de soortaanduiding. Deze schrijf je met een kleine letter.



Slide 23 - Slide

Alle organismen hebben een Latijnse naam, de wetenschappelijk naam. Welk deel van de naam is de geslachtsnaam bij de Panthera Tigris (de tijger)?
A
Panthera
B
tigris
C
Panthera tigris

Slide 24 - Quiz

Je mag de opdrachten in je boek maken, een samenvatting of 10 vragen die op de toets zouden kunnen komen met antwoord.

Slide 25 - Slide

Maak de opdrachten in je werkboek
Ook nakijken
Huiswerk voor volgende les

Slide 26 - Slide