What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nu Nederlands woordenschat 2f NUN 1.1-1.3
woordenschatquiz
NUN 1.1-1.3
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
woordenschatquiz
NUN 1.1-1.3
Slide 1 - Slide
Deze nieuwe fiets is goed
om mee naar de stad te fietsen.
bruikbaar
A
niet te gebruiken
B
te gebruiken
C
opnieuw te gebruiken
Slide 2 - Quiz
Sommige mensen zijn
en zeggen kwetsende dingen
gevoelloos
A
zeer gevoelig
B
opnieuw gevoelig
C
zonder gevoel
Slide 3 - Quiz
studeer ik iedere dag één uur
Gewoonlijk
A
niet zoals altijd
B
normaal
C
zonder moeite
Slide 4 - Quiz
In de gehandicaptenzorg komen allerlei vormen van agressie voor.
Wat betekent het woord "agressie"?
A
Aanvallende en niet voor rede vatbare reactie
B
zorg voor deze patienten
C
lichamelijke verbondenheid
D
een onvermijdelijke noodsituatie
Slide 5 - Quiz
"Vallende sterren" is een natuurlijk
verschijnsel
A
iets wat licht geeft
B
iets wat zich voordoet
C
iets wat je kunt zien
Slide 6 - Quiz
Hij zag de
van zijn nieuwe schoenen in de ruit
weerspiegeling
A
iets wat reflecteert
B
iets waar je over na moet denken
C
iets wat je opnieuw ziet
Slide 7 - Quiz
Als helpende zorg en welzijn werk je altijd onder begeleiding van een
eindverantwoordelijke.
A
degene die alle antwoorden weet.
B
degene aan wie je uit moet leggen waarom je iets hebt gedaan.
C
degene die de kantjes ervan afloopt
D
degene die uiteindelijk verantwoordelijk is voor alles
Slide 8 - Quiz
In die misdaadserie zoeken ze altijd naar het
van de dader.
motief
A
figuur dat regelmatig wordt herhaald
B
gedachte
C
herinnering
D
reden waarom je iets doet
Slide 9 - Quiz
Bij een discussie of betoog ga je uit van een ,
die je onderbouwt met argumenten.
stelling
A
steiger
B
open kast om iets in op te bergen
C
bewering waarvan je aanneemt dat die waar is.
D
iets wat je wilt bereiken
Slide 10 - Quiz
Bij een discussie of betoog ga je uit van een ,
die je onderbouwt met argumenten.
stelling
A
steiger
B
open kast om iets in op te bergen
C
bewering waarvan je aanneemt dat die waar is.
D
iets wat je wilt bereiken
Slide 11 - Quiz
Bij het bakken van het brood had de bakker een
van tien minuten extra
omdat hij niet precies wist of de oven heet genoeg werd.
marge
gecalculeerd
A
kloktijd, ingespeeld
B
gradenlijst, uitgezet
C
schaal, opgezet
D
speling, berekend
Slide 12 - Quiz
De wijkverpleegkundige is
tegen Corona.
resistent
A
heeft weerstand tegen
B
is ingeënt tegen
C
is gewend aan
D
kan tegen
Slide 13 - Quiz
Het te veel betaalde bedrag van 20 euro wordt
gerestitueerd
A
afgeboekt
B
overgeschreven
C
achtergehouden
D
terugbetaald
Slide 14 - Quiz
Dit is een
opleiding
erkende
A
bekent
B
bekende
C
goedgekeurde
D
ingezien
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Nu Nederlands woordenschat 2f NUN 1.1-1.3
February 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Nu Nederlands woordenschat 2f NUN 1.1-1.3
October 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Nederlands woordenschat 2f
October 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.3 Betekenis opzoeken
December 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.3 Betekenis opzoeken
May 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1.3 Communicatie
June 2022
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Nectar 1.1 sociaal gedrag en communicatie ll
September 2023
- Lesson with
26 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Nectar 1.1 sociaal gedrag en communicatie
June 2022
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4