Komt voor als twee gedragssystemen in conflict komen.
Dit gebeurt wanneer tegenstrijdige prikkels tegelijk tegenstrijdige gedragssystemen oproepen.
Drie vormen:
- Ambivalent gedrag
- Omgericht gedrag
- Overspronggedrag
Slide 13 - Slide
Lezen blz. 21:
"Gedrag na tegenstrijdige prikkels"
Slide 14 - Slide
Ambivalent gedrag
Het dier vertoont afwisselend gedragselementen uit beide gedragssystemen.
Bijv. op de grens van een territorium:
Twee tegengestelde gedragssystemen tegelijkertijd zichtbaar, vluchten en vechten
Slide 15 - Slide
Omgericht gedrag
Het gedrag wordt gericht op een ander doel/ object
Wie slaat er wel eens met de deur als hij boos is?
Het gedragssyteem agressie wordt op iets heel anders gericht
Slide 16 - Slide
Overspronggedrag
Ongepast gedrag voor de situatie.
Bijv. bij spelagressie. Om een intern conflict op te lossen (spelen of vechten?) gaan dieren soms maar heel iets anders doen, zoals zichzelf likken om de stress te verminderen.
Slide 17 - Slide
forms.gle
Slide 18 - Link
Slide 19 - Slide
Baltsgedrag
Doel: voortplanten met eigen soort, ze zijn soortspecifiek.
Door balts neemt motivatie voor paring (voortplantingsdrang) toe en agressie tussen partners verminderd.
- Dit verminderen van agressie gedrag is terug te zien in balts door afwisselend aanvallen en vluchten (ambivalent gedrag).
- Ook voedingsgedrag bij balts zichtbaar, bv. eten geven aan partner.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Territoriumgedrag
Door een territorium te vormen wordt een zekere hoeveelheid voedselof ruimteveiliggesteld
Territorium vermindert conflicten tussen soortgenoten
Mannetje verdedigt het gebied tegen binnendringende soortgenoten
Dreiggedrag op de grens
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Rangorde (pikorde)
Imponeergedrag: zich zo groot en indrukwekkend mogelijk maken. Vaak door dominant mannetje
Verzoeningsgedrag staat vaak tegenover het dreiggedrag van dominante mannetje: een signaal dat de agressie van dominante mannetje doet afnemen
Rangorde vergroot voorspelbaarheid en voorkomt conflict en stress.
Slide 24 - Slide
Voorbeeld examenvraag: Maak een rangorde van de mannetjes, begin bij het meest dominante mannetje.
Hoe pak je dit aan?
Slide 25 - Slide
0
Slide 26 - Video
Doel en begrippen 1.3
Je hebt geleerd hoe communicatie tussen dieren verloopt