H2.5 Hersenen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H2.5 

Hersenen

Onthouden!

5823

lesdoel, aan het einde van de les weet je :

• weet je waar de hersenstam, kleine hersenen en grote hersenen zitten.
• De belangrijkste functies van de kleine, grote hersenen en hersenstam
• ken je de belangrijkste gebieden van de grote hersenen.

Pupilreflex wordt getest bij bewusteloze patiënten die het ziekenhuis binnenkomen

De pupilreflex wordt getest omdat het snel een indicatie geeft of de patiënt hersenschade heeft opgelopen 

Het meest primitieve gedeelte van de hersenen. Pupilreflex en andere onbewuste levensprocessen worden geregeld in de hersenstam. De impulsbanen vanuit het linker en rechter gedeelte van je lichaam kruisen elkaar hier.

In de hersenschors bevindt zicht de grijze massa. Deze grijze massa bevat de cellichamen van de schakelcellen.

De kleine hersenen Zijn betrokken bij de motoriek en het bewaren van je evenwicht. De kleine hersenen dragen bij aan de timing en motoriek van motorische centra uit je grote hersenen, Ze gebruiken hiervoor informatie van je zintuigen.

De grote hersenen bevatten motorische en sensorische centra. De grote hersenen reguleren vrijwillige beweging. Ze zijn tevens de plek waar de cognitieve en emotionele processen, onder andere logisch redeneren, planning, geheugen en emotie plaatsvinden.

samengevat

Hersenstam: onbewuste levensprocessen> ademhaling, temperatuur, pupilreflex

Kleine hersenen: Gecoördineerde bewegingen maken

Grote hersenen: verwerken impulsen uit zintuigen en sturen impulsen naar spieren + geheugen

grote hersenen

kleine hersenen

hersenstam

hersenschors

bewustwording

evenwicht

geheugen

coördinatie

onbewust

reflexen

Welke deel van de hersenen wordt het meest beïnvloed door alcohol? Leg je antwoord uit

Wie weet de cijfers nog?

Zo ja, hoe heb je het onthouden?

Zo nee, hoeveel cijfers weer je nog wel?

Geheugen

Kortetermijn geheugen: half uur

Lange termijn geheugen: lange tijd

herhalen van de informatie 

ontstaat geheugenspoor> meer verbindingen tussen zenuwcellen

maak de vragen 29 tm 40 op blz 17