6 december

Wat doen we vandaag?
  • Vragen bij 7C?
  • Grammatica H. 8
  • Vragen cultuur 8
  • Vertalen 8A
1 / 11
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen bij 7C?
  • Grammatica H. 8
  • Vragen cultuur 8
  • Vertalen 8A

Slide 1 - Slide

Vragen bij 7C?

Slide 2 - Open question

Toets hoofdstuk 6 en 7?

Slide 3 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord
  • is, ea, id zijn aanwijdend voornaamwoorden. 
  • Ze kunnen bijvoeglijk en zelfstandig worden gebruikt.

Slide 4 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord
  • Bijvoeglijk gebruik : vertaal ‘deze’, ‘die’ of ‘dit’, ‘dat’. 
  • is, ea, id congrueert met het zelfstandig naamwoord waar het naar verwijst.
  • Voorbeeld:
  • Ea femina per silvam errat.
  • Deze/die vrouw zwerft door het bos.

Slide 5 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord
  • Zelfstandig gebruikt:
  • er staat geen zelfstandig naamwoord bij waarmee het congrueert.
  • is, ea id verwijzen naar een persoon of zaak die al eerder in de tekst is genoemd. 

Slide 6 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord
  • In het Nederlands vertaal je is, ea id dan met ‘hij/hem’, ‘zij/haar’ of ‘het, dit’.
  • Voorbeeld:
  • Io per agros errat. Iuppiter eam videt.
  • Io zwerft door de velden. Jupiter ziet haar.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aan het werk. 
  • Maak de vragen bij "Basis en middelbaar onderwijs".
  • Vertaal 8A, t/m 6.

Dit is ook huiswerk.
Daarnaast: leer de woordjes en grammatica van 8A. 

Slide 9 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 10 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 11 - Open question