What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Epigrammen - Martialis (Minerva H 19)
Epigrammen
oorsprong
kenmerken
Martialis
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Epigrammen
oorsprong
kenmerken
Martialis
Slide 1 - Slide
Wat weet je al over het epigram?
Slide 2 - Mind map
epigram
< Grieks = opschrift
inscripties (monumenten, grafstenen, wijgeschenken...)
literair genre:
- verschillende onderwerpen
- eerder kort
- pointe
- Romeinse tijd: meer en meer spotdicht
Slide 3 - Slide
Marcus Valerius Martialis
1 maart 40 n.C. - 104 n.C.
jeugd: noorden van Spanje
rijke ouders --- goede opleiding
64 n.C. naar Rome:
arm ---- rijk
sociale ladder// stijging populariteit
94 n.C. eigen huis, 98 n.C. terug naar Spanje
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
werken van Martialis
1ste werk: Liber Spectaculorum (inhuldiging Colosseum)
vooral bekend om zijn talrijke epigrammen
geen ideale wereld, menselijke emoties
Slide 6 - Slide
Martialis III, 8
"Thaida Quintus amat." "Quam Thaida?" "Thaida luscam."
Unum oculum Thais non habet, ille duos.
Slide 7 - Slide
Thaida Quintus amat.
A
Thais houdt van Quintus.
B
Quintus houdt van Thais.
Slide 8 - Quiz
Quam Thaida?
Welke woordsoort is quam?
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
zelfstandig vragend voornaamwoord
C
bijvoeglijk vragend voornaamwoord
Slide 9 - Quiz
Vertaal:
"Thais luscam."
Slide 10 - Open question
Unum oculum Thais non habet, ille duos.
Welke onderwerpen staan hier tegenover elkaar?
Slide 11 - Open question
Unum oculum Thais non habet, ille duos.
Welke lijdende voorwerpen staan hier tegenover elkaar?
Slide 12 - Open question
Vertaal:
Unum oculum Thais non habet, ille duos.
Slide 13 - Open question
Martialis II, 38
Quid mihi reddat ager quaris, Line, Nomentanus?
Hoc mihi reddit ager: te, Line, non video.
Slide 14 - Slide
Quid mihi reddat ager, Line, Nomentanus?
Welke woordsoort is quid?
A
zelfstandig vragend voornaamwoord
B
bijvoeglijk vragend voornaamwoord
C
zelfstandig onbepaald voornaamwoord
D
bijvoeglijk onbepaald voornaamvoord
Slide 15 - Quiz
Quid mihi reddat ager, Line, Nomentanus?
Welke naamval is 'Line'?
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Hoc mihi reddit ager:
Welke woordsoort is hoc?
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
Slide 18 - Quiz
Verklaar het verschil in wijs tussen reddat en reddit.
Slide 19 - Open question
Hoc mihi reddit ager:
Welke naamval heeft hoc?
A
nominatief
B
ablatief
C
datief
D
accusatief
Slide 20 - Quiz
Hoc mihi reddit ager:
Vertaal.
Slide 21 - Open question
te, Line, non video.
Vertaal.
Slide 22 - Open question
Martialis XI, 64
Nescio tam multis quid scribas, Fauste, puellis:
hoc scio, quod scribit nulla puella tibi.
Slide 23 - Slide
Stijlfiguren
-
antithese
= tegenstelling/ tegenover elkaar plaatsen van tegengestelde begrippen
-
hyperbaton
= het uit elkaar plaatsen van woorden die grammaticaal bij elkaar horen (bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord)
-
chiasme
= kruisstelling/ ABBA
Slide 24 - Slide
Geef een voorbeeld van een antithese.
Nescio tam multis quid scribas, Fauste, puellis:
hoc scio, quod scribit nulla puella tibi.
Slide 25 - Open question
Geef een voorbeeld van een hyperbaton.
Nescio tam multis quid scribas, Fauste, puellis:
hoc scio, quod scribit nulla puella tibi.
Slide 26 - Open question
Nescio tam multis quid scribas, Fauste, puellis:
Vertaal.
A
Jij weet niet wat zoveel meisjes aan jou schrijven, Faustus.
B
Ik weet niet wat zoveel meisjes aan jou schrijven, Faustus.
C
Ik weet niet wat jij aan zo veel meisjes schrijft, Faustus.
Slide 27 - Quiz
Hoc scio, quod scribit nulla puella tibi.
Wat is de woordsoort van quod?
A
bijvoeglijk vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamoord
C
zelfstandig onbepaald voornaamoord
Slide 28 - Quiz
hoc scio, quod scribit nulla puella tibi.
Vertaal.
Slide 29 - Open question
Martialis V, 43
Thais habet nigros, niveos Laecania dentes.
Quae ratio est? Emptos haec habet, illa suos.
Slide 30 - Slide
Thais habet nigros, niveos Laecania dentes.
Welke stijlfiguren herken je in dit vers?
Slide 31 - Open question
Quae ratio est?
Welke woordsoort is quae?
A
bijvoeglijk onbepaald voornaamwoord
B
zelfstandig onbepaald voornaamwoord
C
bijvoeglijk vragend voornaamwoord
D
zelfstandig vragend voornaamwoord
Slide 32 - Quiz
Emptos haec habet, illa suos.
Welke vorm is emptos?
Slide 33 - Open question
Emptos haec habet, illa suos.
Vertaal.
Slide 34 - Open question
More lessons like this
25 mei
May 2022
- Lesson with
25 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
11 december
December 2019
- Lesson with
25 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
12 december
December 2019
- Lesson with
34 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
16 december
December 2019
- Lesson with
23 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
29 september
September 2023
- Lesson with
30 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2 oktober
September 2023
- Lesson with
37 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
25 september
September 2023
- Lesson with
28 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2 december
November 2019
- Lesson with
10 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4