Spelling: bijvoeglijk naamwoord
1. Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt meestal op -en
(een wollen trui, een gouden ketting)
2. Na 'te' schrijf je het bijvoeglijk naamwoord als infinitief
(de te verlichten kamer)
3. Een bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een voltooid deelwoord:
- Schrijf -en als het voltooid deelwoord ook op -en eindigt (een gevallen ster)
- Als het voltooid deelwoord op een -d of -t eindigt, krijgt het bijvoeglijk naamwoord meestal een -e als uitgang. Schrijf het zo kort mogelijk. (een geprinte foto, het bestede bedrag, de gewitte muren)