CS deel 2 les

Vandaag 
- iPad op tafel
- Herhaling
- Uitleg
- Rekenwerk
- Zelfstandig werken
- Afsluiten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vandaag 
- iPad op tafel
- Herhaling
- Uitleg
- Rekenwerk
- Zelfstandig werken
- Afsluiten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Winnaars krijgen..
1. 5 min te laat komen, huiswerk vergeten, spullen vergeten
2. huiswerk vergeten, spullen vergeten
3. spullen vergeten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Je spaart voor een camera. Je wilt ook geld achter de hand hebben voor als de camera kapot gaat. Wat zijn de 2 spaarmotieven?

A
Sparen uit voorzorg en voor de rente
B
Sparen voor de rente en sparen voor een doel
C
Sparen voor een doel en sparen uit voorzorg

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welk antwoord is fout!
De rente die je ontvangt is afhankelijk van..
A
De looptijd
B
De inflatie
C
Hoogte van het gespaarde of geleende bedrag
D
Het rentepercentage

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de enkelvoudige interest na 2 jaar sparen:
€ 1.330 op de rekening tegen 2,3% rente.
A
€ 30,59
B
€ 31,59
C
€ 32,59
D
€33,59

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn hier de kredietkosten?
A
€ 1.500
B
€ 2.190
C
€ 690
D
€ 3.690

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Aan het einde van de les weet je.. 
  1. Welke verschillende leenvormen er zijn.
  2. Wat voor een uitgaven mensen kunnen hebben.
  3. Hoe je van week naar maandbedragen (en andersom) kunt berekenen.  

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kredietvormen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Andere leenvormen
Bij de volgende leenvormen ben je (mogelijk) eigenaar na de laatste betaling. Dit krediet is vaak bij leveranciers/bedrijven.
  1. Huurkoop: eigenaar zodra alles is afbetaald. Je betaalt in kleine stukjes terug.
  2. Lease: soort huren. Je betaalt in kleine stukjes. Soms eigenaar, soms product terug.
  3. Hypothecaire lening: aanschaf van een huis. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Reken de volgende uitgaven om:

€ 45 per week = € … per maand
€ 250 per maand = € … per week

Slide 10 - Open question

- € 45 x 52 = € 2.340 : 12 = € 195 per maand
- € 250 x 12 = € 3.000 : 52 = € 57,69 per week
Aan de slag!
  • Aan de slag met het formulier!  
  • Had je de vorige opgave in 1x goed, dan maak je: 3, 6, 7, 8 en 9.
  • Had je de vorige opgave fout, dan maak je: 2, 3, 4,5 en 6.
  • Dit is je huiswerk voor de volgende les. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Van week naar maand =
Van maand naar week =
Bedrag x 52 : 12

Bedrag x 12 : 52

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

- Vaste aantal termijnen
- Vaste Rente
- lenen tot maximumbedrag
- variabele rente
- geld dat is afgelost, mag je opnieuw lenen
- rood staan op je betaalrekening
- afhankelijk van je salaris
- lening bij een winkel 
- hoge kredietkosten

Persoonlijke lening
Doorlopend krediet
Salariskrediet
Koop op afbetaling

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Telefoonabonnement €26,- per maand = ..... per week
A
€ 5,50
B
€ 6,-
C
€ 6,50
D
€7,-

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Een van de leenmotieven is dat je een dure aankoop niet wilt uitstellen.
Noem een ander leenmotief

Noem nog 2 andere leenmotieven.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat is geen kredietvorm?
A
Persoonlijke lening
B
Doorlopend krediet
C
koop op afbetaling
D
Provisie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke kredietvorm kun je afsluiten bij aankoop in een winkel of bij een internetbedrijf?
A
koop op afbetaling
B
doorlopend krediet
C
hypotheek

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Van welke kredietvorm is hier sprake?
A
Persoonlijke lening
B
Doorlopende lening
C
Salariskrediet
D
Leasen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions