Les 40: tegenstellend tekstverband 3.3

Nederlands

Welkom!

1 / 19

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands

Welkom!

Slide 1 - Slide

Begin van de les

Op je plek zitten (plattegrond)
Ipad in de tas
Spullen op tafel
Stil zijn
Aandacht bij docent

timer

1:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

je herkent de signaalwoorden van het opsommend tekstverband.
je herkent de signaalwoorden van het tegenstellend tekstverband.
je kunt uitleggen wat het verschil is tussen het opsommend en tegenstellend tekstverband.

Slide 3 - Slide

Woordenschat

Slide 4 - Slide

9. gebruikelijk

gewoon

Hier is het gebruikelijk om met mes en vork te eten.

10. bij nader inzien

als je beter kijkt

Bij nader inzien ga ik toch maar naar bed, omdat ik morgen vroeg weer op moet.

Noteer woord, betekenis én zin achterin je schrift.

Slide 5 - Slide

11. amper

nauwelijks

Ik had amper tijd om adem te halen!

12. ezelsbruggetje

geheugensteun

Ik zoek naar een ezelsbruggetje om haar naam te onthouden.

Noteer woord, betekenis én zin achterin je schrift.

Slide 6 - Slide

Nakijken 3.3

12 b. niet eng - wel eng

12 c. laat maar horen!

12 d. Signaalwoord 'maar': durfde wel - durfde niet

12 e. Signaalwoord 'daarentegen': risico vliegende vissen groot - risico haaien klein

Slide 7 - Slide

Nakijken 3.3

15 a. Signaalwoord 'ook'

15 b. Uit 2 delen: (1) Wolters won vorig jaar een prijs met haar kostuum en (2) dit jaar wil ze ook een prijs winnen.

15 c. Signaalwoord 'maar': mensen vinden het leuk - niet leuk

15 d. Signaalwoord 'daarentegen': sommigen vinden niks eng - anderen schrikken heel snel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

In Plenda

Ne m 3.3 opdr 20, 21, 24, 25

Slide 10 - Slide

timer

8:00

Doel:

tekstverbanden

Hoe:

In je schrift

Hulp:

Signaalwoorden in je aantekeningen

Klaar?

Huiswerk

Wat:

Schrijf een tekst over je favoriete (absurde) achtbaanrit. Gebruik minimaal vijf signaalwoorden (tegenstellend en opsommend)

Daarna uitwisselen met je buur!

Slide 11 - Slide

Extra opdracht

19 a. een prijs winnen

b. veranderen

c. bedrijfstak die sport/cultuur organiseert

d. koffer met theatermake-up

e. maken

Hoe had je deze betekenissen uit tekst 2 kunnen halen? Schrijf de aanwijzingen op in je schrift.

Slide 12 - Slide

Groepsverdeling 1A

Groep 1:

Groepsverdeling

Groep 2:

Groep 3:

Groep 4:

Groep 5:

Groep 6

Slide 13 - Slide

timer

25:00

oordopjes zijn toegestaan
je mag tegen de muur leunen
In stilte lezen!

Slide 14 - Slide

Pak je Ipad!

Ga naar Lessonup.app en log in!
Open

Slide 15 - Slide

Leg uit wat het verschil is tussen het opsommend en tegenstellend tekstverband.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Les 40: tegenstellend tekstverband 3.3

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

More lessons like this

Les 40: tegenstellend tekstverband 3.3

Les 36: twee/driedeling, hoofdgedachte, tegenstellend tv.

Lezen 3.3 les 5 2021

Signaalwoorden en tekstverbanden

Leesvaardigheid les 1 incl. uitleg boekje leesv.

Woorden 3.3 Les 1 herhaling

Lezen 3.3 les 5

3.3 Lezen 1 f tegenstellend tekstverband