4.6 Ongelijkheid in Nederland havo

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H4 ongelijkheid

Welkom!

Ga zitten en lees 4.6 

Planning

• herhalen vorige les
• doelen
• uitleg
• opdrachten maken
• doelen checken

Wanneer gebieden steeds meer met elkaar verbonden raken, spreek je van..............

1. Globalisering
2. Lokalisering
3. Regionalisering
4. Nationalisering

Wat zijn grondstoffen?

1. aardolie, aardgas, hout en water
2. hout, water, aardolie en aluminium
3. benzine, aardgas, water en hout
4. zonne-energie, water, wind en aardgas

Sleep de afbeeldingen naar de juiste categorie.

Grondstoffen

Half

fabricaten

Eindproducten

Leerdoelen

Als je klaar bent met deze les...

• dan weet je dat Nederland welvarend is, maar dat er toch verschillen bestaan.

• dan kun je de ruimtelijke ongelijkheid in Nederland op verschillende schaalniveaus beschrijven.

• dan begrijp je dat opleidingsniveau en werkloosheid sociale ongelijkheid kunnen veroorzaken.

Is er armoede in Nederland?

Ga met elkaar in gesprek.

Hoe zie je dat?

Wanneer zie je verschillen?

Kleine verschillen

Helaas gat tussen arm en rijk toegenomen:

Overheid geeft subsidies

 vb:

- zorgtoeslag

- huursubsidie

Ruimtelijke ongelijkheid in Nederland

Bekijk bron 36,37 en 39 in je lesboek.

- Wat valt je op?

- Waar wonen de hoogste inkomensgroepen?

- Waar wonen de laagste inkomens groepen?

- Kun je dat uitleggen? 

Ruimtelijke ongelijkheid in Nederland

hoge inkomens:

In de randstad -> 4 grootste steden -> werkgelegenheid en economische activiteiten -> wonen in de dorpen erom heen.

lage inkomens:

Wonen in de stad of aan de rand van Nederland -> minder werkgelegenheid. (uitzondering Groningen)

relatieve armoede

Mensen zijn relatief arm als ze minder te besteden hebben dan de gemiddelde burger. 

verschillen in welvaart

Nederland is een rijk land, maar niet iedereen kan rondkomen -> relatieve armoede.

Welke factoren zijn er om te zien of iemand in relatieve armoede leeft?

1.

2.

3.

4.

verschillen in welvaart

Welke factoren zijn er om te zien of iemand in relatieve armoede leeft?

1. Inkomen, opleiding en beroep. werkloosheid en  opleidingsniveau.

2. Gezondheid: welvaartsziekten

3. sociale netwerken

4. taal en communicatie

maken opdrachten

Aan de slag H4.6: 

1) Maak alle vragen

2) maak de verkorte route en maak keuze opdracht 4 (blz. 209)

Eerste 10 minuten in Stilte

Leerdoelen gehaald?

Als je klaar bent met deze les...

• dan weet je dat Nederland welvarend is, maar dat er toch verschillen bestaan.

• dan kun je de ruimtelijke ongelijkheid in Nederland op verschillende schaalniveaus beschrijven.

• dan begrijp je dat opleidingsniveau en werkloosheid sociale ongelijkheid kunnen veroorzaken.

Wat betekent het dat Nederland welvarend is?

1. Slechte infrastructuur
2. Hoge levensstandaard
3. Weinig inwoners
4. Goede economie

Wat is een kenmerk van welvaart?

1. Meer armoede
2. Hogere opleidingsniveaus
3. Betere werkgelegenheid
4. Minder voorzieningen

Wat kan sociale ongelijkheid veroorzaken?

1. Reizen
2. Opleidingsniveau
3. Hobby's
4. Werkloosheid

Welke factor beïnvloedt werkloosheid?

1. Woonplaats
2. Geslacht
3. Opleidingsniveau
4. Leeftijd

Wat is ruimtelijke ongelijkheid?

1. Uniforme economische groei
2. Ongelijke verdeling van middelen
3. Gelijke toegang tot onderwijs
4. Verschillen in levenskwaliteit

Op welke schaalniveaus kan ongelijkheid worden beschreven?

1. Regionaal
2. Internationaal
3. Universeel
4. Nationaal

Vragen?

https://schooltv.nl/video-item/nieuwsuur-in-de-klas-voedselbank