BK2D Les 4 november

Woensdag 4 november
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woensdag 4 november

Slide 1 - Slide

Regels digitale les
- camera aan
- geluid uit
- heb je een vraag?
   * of steek je handje op in Lesson up
   * of gebruik de Chat functie in de Meet omgeving
- alleen de sites die je nodig hebt staan open
Heel veel succes!!!

Slide 2 - Slide

Belangrijke data
- do. 5 november, 7e uur; inhaaluur toetsen
- vrijdag moet je H2 t/m Spreken en gesprekken af hebben
Op de volgende dia staat de Studieplanner voor deze week.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Wat gaan we deze les doen?
- boek lezen (10 min.)
- beter spellen maken
- strip van Naomi, Mustafa en Carmen bekijken
- uitleg poëzie en fictie; Problemen
- zelfstandig werken

Slide 5 - Slide

timer
10:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Wat moet je aan het eind van de les kennen en kunnen?

Deze les leer je:
-  wat het onderwerp van een boek is 
- wat een perspectief is
- wat bijfiguren zijn

Slide 9 - Slide

Poëzie en fictie
Deze les gaan we aan de slag met Poezië en fictie.
Het thema is 'Problemen'
Tip; doe iedere keer een opdracht

Slide 10 - Slide

Personages
Personen
In een verhaal zijn niet alle personen even belangrijk. De belangrijkste personen worden het meest uitgebreid beschreven.

Je komt veel te weten over wat ze denken en voelen. Ze reageren niet altijd hetzelfde en ook niet altijd voorspelbaar. In de loop van het verhaal kunnen ze zich ontwikkelen.

Personen met een bijrol lijken vaak maar één eigenschap te hebben.
Ze blijven het hele verhaal door hetzelfde.

Slide 11 - Slide

Welke van de volgende kenmerken passen bij de hoofdpersoon?


A
Het karakter verandert niet in de loop van het verhaal.
B
Je komt ook gevoelens en gedachten van deze persoon te weten.
C
Het personage verandert door gebeurtenissen in het verhaal.
D
Het personage heeft maar één opvallende eigenschap.

Slide 12 - Quiz

Hoofdpersonen en bijfiguren
De volgende ochtend was Arthur al vroeg op. Hij had die nacht slecht geslapen.
Waarom wist hij niet precies. Was het misschien omdat de leraar Engels gisteren weer zo sarcastisch had gekeken toen hij de repetitiecijfers oplas, met een vette 3 voor hem?
Of speelde het gesprek van gisteren met Marieke door zijn hoofd?
Arthur voelde zich verward als hij aan haar dacht. Terwijl hij twee jaar geleden toch helemaal niet in de war was, als hij met haar en de andere buurtkinderen ging voetballen op het veldje.
Wat wilde ze nu precies van hem? Hij werd een beetje boos op zichzelf en ging snel douchen en ontbijten.

Daar ging de bel. Voor de deur stond buurman Harrison met die eeuwige opgewekte grijns op zijn bolle rode gezicht.
“Hee maatje Arthur!” begon hij. Zonder het te willen reageerde Arthur een beetje chagrijnig: “Ik moet zo naar school...”
De buurman begon een grappig en onbegrijpelijk verhaal te vertellen over een pakje dat per ongeluk bij hen bezorgd zou zijn.
Om alles nog erger te maken, hoorde Arthur achter zich Carly gillen om haar pop (die hij gisteren onder haar bed had verstopt).
“Wacht even, ik roep mijn moeder erbij,” mompelde hij. Maar dat was al niet meer nodig.
“Goedemorgen buurman, wat een verrassing op dit vroege uur!” hoorde hij haar opgewekte stem al achter zich.

Slide 13 - Slide

Is de leraar Engels een hoofdpersoon of bijfiguur?
A
Hoofdpersoon
B
Bijfiguur

Slide 14 - Quiz

Is Arhur een hoofdpersoon of bijfiguur?
A
Hoofdpersoon
B
Bijfiguur

Slide 15 - Quiz

Is buurman Harrison een hoofdpersoon of bijfiguur?
A
Hoofdpersoon
B
Bijfiguur

Slide 16 - Quiz

Is Carly een hoofdpersoon of bijfiguur?
A
Hoofdpersoon
B
Bijfiguur

Slide 17 - Quiz

Is moeder een hoofdpersoon of bijfiguur?
A
Hoofdpersoon
B
Bijfiguur

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Link

Aan de slag
Je kunt aan de slag met de volgende zaken;
- afmaken spreken en gesprekken H2
- afmaken kijken en luisteren H2
- starten met poezië en fictie; Problemen

Slide 20 - Slide