2THF 3.7 les 2

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Dagopening
  • 10 min. stillezen leesboek 3
  • Woord van de week
  • Vorig huiswerk: H3.7 Grammatica opdr. 1 t/m 6
  • Vragen?
  • Quizje
  • Theorie 3.7 Grammatica
  • Nieuw huiswerk: H3.7 Grammatica opdr. 7 t/m 12
  • Klaar?: leesboek 3 lezen + werken aan elevatorpitch
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Binnenkant en buitenkant

Slide 3 - Slide

verdienstelijk

Slide 4 - Slide

De majoor is drie keer getroffen door een kogel.
A
bedrijvende/actieve zin
B
lijdende/passieve zin

Slide 5 - Quiz

De majoor is drie keer getroffen door een kogel.
A
met door-bepaling
B
zonder door-bepaling

Slide 6 - Quiz

Door de dichte mist en het Duitse afweergeschut worden de paratroepers niet op de juiste plek gedropt.
A
bedrijvende/actieve zin
B
lijdende/passieve zin

Slide 7 - Quiz

Door de dichte mist en het Duitse afweergeschut worden de paratroepers niet op de juiste plek gedropt.
A
met door-bepaling
B
zonder door-bepaling

Slide 8 - Quiz

Hij werd uit zijn slaap gehouden door beelden van de doden.
A
bedrijvende/actieve zin
B
lijdende/passieve zin

Slide 9 - Quiz

Hij werd uit zijn slaap gehouden door beelden van de doden.
A
met door-bepaling
B
zonder door-bepaling

Slide 10 - Quiz

Welk(e) woord(en) wordt(/en) het onderwerp als je de zin in de lijdende vorm zet?
De docent gaf de leerlingen veel onvoldoendes.
A
de docent
B
de leerlingen
C
onvoldoendes
D
veel onvoldoendes

Slide 11 - Quiz

Welk(e) woord(en) wordt(/en) het onderwerp als je de zin in de lijdende vorm zet?
De slimme autocoureur haalde met een handige actie de koploper in.
A
De slimme autocoureur
B
een handige actie
C
de koploper
D
haalde in

Slide 12 - Quiz

Maak het van bedrijvend naar lijdend:
De soldaten maakten de wapens schoon.
A
Maakten de soldaten de wapens schoon?
B
Schoon maakten de soldaten de wapens.
C
De wapens schoongemaakt.
D
De wapens werden door de soldaten schoongemaakt.

Slide 13 - Quiz

Van lijdend naar bedrijvend:
Bijna was ik door een Duitse soldaat te pakken genomen.
A
Ik was bijna door een Duitse soldaat te pakken genomen.
B
Een Duitse soldaat had mij bijna te pakken genomen.
C
Een Duits soldaat te pakken genomen.
D
Te pakken genomen was ik bijna door een Duitse soldaat.

Slide 14 - Quiz

koppelwerkwoorden
Mijn lerares Nederlands is mijn favoriete lerares.

kww = is
naamwoordelijk deel = mijn favoriete lerares
------------------------------------------------------------------------------------
Ik word knettergek van dat geluid.
kww = 
naamwoordelijk deel = 

Slide 15 - Slide

koppelwerkwoorden
De goede vriendinnen heetten heel toevallig allebei Cato.

kww =
naamwoordelijk deel = 
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ik werd midden in een boze droom wakker.

kww =
naamwoordelijk deel =

Slide 16 - Slide