thema 3 basisstof 1: Organismen ordenen

1. Het ordenen van organismen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1. Het ordenen van organismen

Slide 1 - Slide

Korte demo
Maak groepjes van 5.

Probeer de voorwerp op de juiste manier te ordenen.


Wissel na 2 minuten
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
- Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
- Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Slide 3 - Slide

Ordenen
Je kan voorwerpen en organisme indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.

Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.

Slide 4 - Slide

Ordenen in de biologie
In de biologie doen we ook aan ordenen. 

We doen dit niet alleen met dieren maar ook met bacterie, schimmels en planten

Slide 5 - Slide

Hoe?
In de biologie kijken we naar kenmerken van cellen van een organisme. 

Daarna vergelijken we het DNA van de organismes met elkaar om te bepalen of iets dezelfde soort en ras is.

Slide 6 - Slide

Rijken.
Je kan organisme op basis van hun cel kenmerken indelen in rijken.

Zo bestaan er bacteriën, schimmels, planten en dieren.

Let op! Mensen vallen onder het dierenrijk.

Slide 7 - Slide

Cel onderdelen overzicht

Slide 8 - Slide

Soorten
Alle dieren zitten in het dierenrijk alleen niet allemaal zijn ze dezelfde soort

Een voorbeeld hiervan zijn honden en katten. beide zijn hun eigen soort. Je hebt verschillende rassen binnen deze soort.

Organismen horen bij dezelfde soort :
- als ze zich kunnen voorplanten
-  als de nakomelingen vruchtbaar zijn.


Slide 9 - Slide

Verwarring
Sommige dieren lijken op elkaar maar horen niet bij dezelfde soort. Denk hierbij aan de Afrikaanse en Indische olifant. 


Slide 10 - Slide

Dier
Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 11 - Drag question

Dier
Schimmel
Plant
Bacterie
Dier
Schimmel
Plant
Bacterie

Slide 12 - Drag question

Dezelfde soort?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Zijn deze katten dezelfde soort?
A
Ja, alle katten zijn één soort!
B
Ja, deze katten zijn dezelfde soort, ze lijken op elkaar.
C
Nee, sommige zijn een andere soort.
D
Nee, het zijn allemaal verschillende soorten.

Slide 14 - Quiz

Horen een tijger en een leeuw bij dezelfde soort?
A
Ja, het zijn allebei katachtigen - dus dezelfde soort.
B
Ja, het zijn alleen verschillende rassen
C
Nee, het is niet dezelfde soort

Slide 15 - Quiz

Werkstuk
  • Combi Bio-Ned
  • Werk je aan tijdens KWT en thuis
  • Boekje in KWT map

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
BB: Maken opdracht 3.1: 1-2-3-4-5-6+-7

KGT: Maken opdracht 3.1: 1-2-3-5-6-7+-8 






Opties KWT:
Verplicht:
BB: Doe de lessonup van 3.8; Overige dieren. Maak digitaal de opdrachten 1-2-3-4-5. Opdracht 6 doe je in je werkboek of op het werkblad. 

KGT: Doe de lessonup van 3.6; Gewervelden. Maak digitaal de opdrachten 1-2-3-4. 



Slide 17 - Slide