Basisstof 3.3 Het hart + herhaling basisstof 1 en 2

Basisstof 3.1 Bloed
Kan ik de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Basisstof 3.1 Bloed
Kan ik de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 2 - Video

This item has no instructions

00:20
Uit welke bestanddelen
bestaat bloed?
timer
0:30

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

00:50
timer
0:30
Welke stoffen zitten er in bloedplasma?

Slide 4 - Mind map

Eiwitten
Voedingsstoffen
01:17
Waar worden de eiwitten die uit het
bloedplasma gehaald worden voor gebruikt?
timer
0:20

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Hoe komt het dat er een scheiding ontstaat tussen het bloedplasma en de bloedbestanddelen?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Welke bloedbestanddelen spelen een belangrijke rol bij het bestrijden van ziekteverwekkers?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welk cijfer heeft de bloedcel
die geen celkern heeft.
A
1
B
2
C
3

Slide 8 - Quiz

Rode bloedcellen hebben een vast vorm maar geen celkern.
Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm maar wel een celkern. 
Witte bloedcellen zijn zwaarder dan rode bloedcellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke stoffen zijn opgelost in bloedplasma?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

In hooggelegen gebieden bevat de lucht minder zuurstof dan in Nederland. Nederlandse topsporters trainen graag een aantal weken in die gebieden. Daarna leveren ze in Nederland betere prestaties. Als gevolg van de training is de samenstelling van het bloed veranderd.
Wat is door de training veranderd in de samenstelling van het bloed?
A
Het bloed bevat meer bloedplaatjes.
B
Het bloed bevat meer bloedplasma.
C
Het bloed bevat rode bloedcellen.
D
Het bloed bevat meer witte bloedcellen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Verklaar wat de reden is dat er dan meer rode bloedcellen in het bloed aanwezig zijn.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Hoe wordt de stof genoemd waardoor bloed een rode kleur heeft?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Basisstof 3.2 De bloedsomloop


Kan ik drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.


Kan ik in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.

Kan ik de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Benoem drie typen bloedvaten.

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Welk soort bloedvat heeft een dikke elastische wand?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

In welk bloedvat vindt er stofwisseling plaats?
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

timer
0:20
kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

timer
0:30
Kleine bloedsomloop
Organen
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

timer
1:00
Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 
timer
1:00
Nierslagader
Longader
Leverader
Poortader
Aorta
Longslagader

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Basisstof 3.3 Het hart

Ik kan in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.

Ik kan de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.



Slide 22 - Slide

Notter in het schrift de titel en schrijf de doelen over.

Schrijf ook de vetgedrukte teksten van de komende slides over in het schrift.
Buitenkant
Het hart is een holle spier en in spieren vindt er veel verbranding plaats om energie op te wekken uit de aanwezige voedingsstoffen met behulp van zuurstof.

Kransslagaders (aftakkingen van de aorta) transporteren voedingstoffen en zuurstof naar de spiercellen toe.

Kransaders transporteren afvalstoffen en koolstofdioxide van de spiercellen af. 


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Binnenkant
Harttussenwand: scheiding tussen linker- en rechterhelft.
Hartkleppen: scheiding tussen boezems en kamers.
Via bovenste en onderste holle ader stroomt het zuurstofarme bloed terug in het hart de rechterboezem waar de kleine bloedsomloop begint. 
Vanuit de rechterboezem naar de rechterkamer. Via de longslagader gaat het zuurstofarme bloed richting de longhaarvaten
Bij de longhaarvaten wordt koolstofdioxide afgegeven en nieuwe zuurstof opgenomen.
Via de longader stroomt het zuurstofrijke bloed terug naar het hart en komt daar aan in de linkerboezem. Daarna stroomt het naar de linkerkamer waar de grote bloedsomloop begint. Via de linkerkamer wordt het bloed met kracht de aorta ingepompt.
 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

hartkleppen
Aan de hartkleppen tussen de boezem en kamer zitten vezels die ervoor zorgen dat de hartkleppen niet richting de boezems kunnen gaan, maar alleen opengaan richting de kamers.

Bij de ingang van de longslagader en aorte zitten halvemaanvormige kleppen. 


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat valt jou op wanneer je kijkt naar
de wanden van de rechter- en
linkerkamer?
En waarom zou dat verschil er zijn?
Je kunt de afbeelding vergroten door erop te klikken.
timer
2:00

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Vond je de uitleg over het hart duidelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

This item has no instructions

Noteer in de agenda...
Huiswerk 31 oktober 2024 
2de lesuur
Opdrachten 1 tot en met 7 vanaf bladzijde 178.
Lees basisstof 3.4 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions