3.1 Nieuw saldo

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Nieuw Saldo
Het saldo is het bedrag dat op je bankrekening staat. Een positief saldo heet een creditsaldo en een negatief saldo noem je een debetsaldo. Hoe je een nieuw saldo berekent, leggen we je in deze presentatie uit.





nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven

Slide 2 - Slide

Nieuw Saldo
Voorbeeld
Vorige week had je € 217,60 op je bankrekening. De afgelopen week kreeg je € 68,50 loon op je rekening gestort. Daarnaast stortte je € 40 zakgeld op de rekening. Je hebt € 30 gepind bij de geldautomaat en in de winkel heb je € 64,95 met je pinpas betaald voor een nieuwe computergame. Bereken je nieuwe saldo.




nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven

Slide 3 - Slide

Nieuw Saldo
Voorbeeld
Vorige week had je € 217,60 op je bankrekening. De afgelopen week kreeg je € 68,50 loon op je rekening gestort. Daarnaast stortte je € 40 zakgeld op de rekening. Je hebt € 30 gepind bij de geldautomaat en in de winkel heb je € 64,95 met je pinpas betaald voor een nieuwe computergame. Bereken je nieuwe saldo.




Beginsaldo                                            € 217,60

Slide 4 - Slide

Nieuw Saldo
Voorbeeld
Vorige week had je € 217,60 op je bankrekening. De afgelopen week kreeg je € 68,50 loon op je rekening gestort. Daarnaast stortte je € 40 zakgeld op de rekening. Je hebt € 30 gepind bij de geldautomaat en in de winkel heb je € 64,95 met je pinpas betaald voor een nieuwe computergame. Bereken je nieuwe saldo.




Beginsaldo                                            € 217,60
Ontvangsten  (€ 68,50 + € 40 = )    € 108,50  +

Slide 5 - Slide

Nieuw Saldo
Voorbeeld
Vorige week had je € 217,60 op je bankrekening. De afgelopen week kreeg je € 68,50 loon op je rekening gestort. Daarnaast stortte je € 40 zakgeld op de rekening. Je hebt € 30 gepind bij de geldautomaat en in de winkel heb je € 64,95 met je pinpas betaald voor een nieuwe computergame. Bereken je nieuwe saldo.




Beginsaldo                                            € 217,60
Ontvangsten  (€ 68,50 + € 40 = )    € 108,50  +
Uitgaven          (€ 30 + € 64,95 = )    €   94,95  -

Slide 6 - Slide

Nieuw Saldo
Voorbeeld
Vorige week had je € 217,60 op je bankrekening. De afgelopen week kreeg je € 68,50 loon op je rekening gestort. Daarnaast stortte je € 40 zakgeld op de rekening. Je hebt € 30 gepind bij de geldautomaat en in de winkel heb je € 64,95 met je pinpas betaald voor een nieuwe computergame. Bereken je nieuwe saldo.




Beginsaldo                                            € 217,60
Ontvangsten  (€ 68,50 + € 40 = )    € 108,50  +
Uitgaven          (€ 30 + € 64,95 = )    €   94,95  -
Eindsaldo                                               €  231,15

Slide 7 - Slide

Creditsaldo
Debetsaldo
negatief saldo
in de plus staan
groen
in de min staan
rood
positief saldo

Slide 8 - Drag question

Op een bankafschrift staat:
vorig saldo € 45 (credit)
afgeboekt € 12
bijgeboekt € 36

Bereken het nieuwe saldo. Zet erbij of het een credit- of debetsaldo is

Slide 9 - Open question

Het bankafschrift van Erik gaf het volgende aan:
Vorig saldo debet € 65
Nieuw saldo credit € 25

Is Erik's saldo toegenomen of afgenomen? Met welk bedrag?
A
Toegenomen met € 25
B
Toegenomen met € 90
C
Afgenomen met € 65
D
Afgenomen met € 90

Slide 10 - Quiz

Het oude saldo op de bankrekening van Feline was € 105 debet. Er werd daarna € 500 bijgeschreven. Feline moest € 135 afschrijven voor gas, water en licht rekening en € 482 voor de huur betalen. Daarnaast pinde Feline nog € 30.

Bereken het nieuwe saldo op de bankrekening van Feline.

Slide 11 - Open question

Aan het begin van het nieuwe schooljaar heb je nog € 12 op je rekening staan. Je ouders storten €20 zakgeld op jouw bankrekening. De supermarkt waar jij werkt maakt € 15 salaris naar jou over. Voor de aanschaf van nieuwe boeken betaal je € 40 en voor schriften € 4,50.

Bereken het nieuwe saldo op je bankrekening en geef aan of het debetsaldo of creditsaldo is.

Slide 12 - Open question