Paragraaf 2.1 Pinpas of portemonnee?

Week 41
Pincode Hoofdstuk 2. Jij en je geld
  1. Pinpas of portemonnee?
  2. Waarom zou je sparen?
  3. Waarom zou je lenen?
  4. Verzekeren, hoezo?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 41
Pincode Hoofdstuk 2. Jij en je geld
  1. Pinpas of portemonnee?
  2. Waarom zou je sparen?
  3. Waarom zou je lenen?
  4. Verzekeren, hoezo?

Slide 1 - Slide

Als je iets koopt,
op welke manieren kun je dan betalen?

Slide 2 - Mind map

Geld (2 soorten)

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Je weet in welke twee vormen geld voorkomt.
Je kunt een nieuw saldo berekenen.
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil.
Je weet op welke manieren je met geld kunt betalen.

Slide 4 - Slide

Saldo
Het bedrag dat op je bankrekening staat, is je saldo. Met internetbankieren
of  met een bank-app op je telefoon kun je zien hoeveel saldo je hebt.

Saldo berekenen: nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten – uitgaven

Voorbeeld saldo berekenen:
Je hebt € 15 op je bankrekening staan. Op je bankrekening krijg je
€ 10 zakgeld van je ouders. Je koopt mascara en pint daarvoor € 7,50.
 Wat wordt je nieuwe saldo?
  • € 15 + € 10 – € 7,50 = € 17,50

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Ruilen (2 soorten)

Slide 7 - Slide

Elektronisch betalen
Betalen via internet, met je bankpas, met je telefoon of met je tablet of pc, noem je elektronisch betalen.
  • voordeel: het is handig
  • nadeel: je hebt vaak niet in de gaten hoeveel geld je nog hebt


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is giraal geld?
A
biljetten en munten
B
buitenlands geld
C
oud geld
D
geld op je bankrekening

Slide 10 - Quiz

Ik heb € 25 op mijn bankrekening. Ik betaal met PIN een panini van € 2 en een treinkaartje van € 4. Ik ontvang ook nog elektronisch € 5 zakgeld. Wat is mijn nieuwe saldo op mijn bankrekeninhg.
A
€ 14
B
€ 24
C
€ 26
D
€ 36

Slide 11 - Quiz

Wat is indirecte ruil?
A
een pen ruilen voor een gum
B
een euro munt omwisselen voor 2x 50 cent
C
een kaasbroodje kopen met je bankpas
D
je zakgeld ontvangen

Slide 12 - Quiz

Je ziet op de app van je bankrekening dat je ........... gedaald is.
A
betaalautomaat
B
pincode
C
pinpas
D
saldo

Slide 13 - Quiz

Je ziet op de app van je bankrekening dat je saldo gedaald is. Dat komt omdat je met jouw .......... geld hebt opgenomen bij de geldautomaat.
A
betaalautomaat
B
pincode
C
pinpas
D
saldo

Slide 14 - Quiz

Je ziet op de app van je bankrekening dat je saldo gedaald is. Dat komt omdat je met jouw pinpas geld hebt opgenomen bij de geldautomaat. Gelukkig kun je je geheime ..........
makkelijk onthouden.
A
betaalautomaat
B
pincode
C
pinpas
D
saldo

Slide 15 - Quiz

Je ziet op de app van je bankrekening dat je saldo gedaald is. Dat komt omdat je met jouw pinpas geld hebt opgenomen bij de geldautomaat. Gelukkig kun je je geheime pincode
makkelijk onthouden. Als je kleren koopt in de stad, betaal je meestal bij een ..........
A
betaalautomaat
B
pincode
C
pinpas
D
saldo

Slide 16 - Quiz

Leerdoelen H2. Jij en je geld?
Kleuren: Welke kleur ben je nu?
rood ik weet nog weinig tot niets van de leerdoelen
oranje ik beheers de leerdoelen nog onvoldoende, maar weet er al wel iets van
groen ik beheers de leerdoelen voldoende
blauw ik beheers de leerdoelen goed zodat ik het een ander kan uitleggen

Slide 17 - Slide

Aan de slag


Maak de opgaven 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 11 en 12
Klaar? Kijk na
Niet klaar? Huiswerk dat af is op 25 oktober

Slide 18 - Slide