What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Delend lidwoord
Delend lidwoord
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Delend lidwoord
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij: het delend lidwoord
Slide 2 - Mind map
L'article partitif
de la
pomme = appel
du
fromage = kaas
de
l'
huile = olie
des
frites = frietjes
Slide 3 - Slide
Wanneer?
* Boodschappen doen
* Koken
* Maaltijden
Slide 4 - Slide
Examples
Hij koopt vis. Il achète
du
poisson.
Hij koopt de vis (een vis). Il achète
le
poisson (
un
poisson).
Hij koopt twee vissen. Il achète
deux
poissons.
Hij koopt veel vis. Il achète
beaucoup de
poisson.
Hij houd van vis. Il
aime le
poisson.
Slide 5 - Slide
L'article
la
pomme =
de
appel
le
fromage =
de
kaas
l'
huile (v) =
de
olie
les
frites =
de
frietjes
de la
pomme =
?
appel
du
fromage =
?
kaas
Slide 6 - Slide
Vertaal: Wij zoeken de paprika, de tomaat, de komkommers, de ui en de sla.
Slide 7 - Open question
Vertaal: Wij zoeken paprika, tomaat, komkommers, ui en sla.
Slide 8 - Open question
Vertaal: Wij zoeken twee paprika's, een kilo tomaten, veel komkommers, drie uien en een krop sla.
Slide 9 - Open question
Uitleg
* aimer / préférer / détester/ adorer
dan
* ontkenning
dan
* woorden van hoeveelheid
dan
* delend lidwoord
Slide 10 - Slide
Werkwoorden van emotie
aimer / préférer / détester / adorer
dan: le , la , les of l'
Il aime le poisson
Il n'aime pas le poisson
Il déteste le poisson
Slide 11 - Slide
Ontkenning
de / d'
Il n'achète pas de poisson.
Il n'achète pas d'oignon
Il n'achète pas de frites
Il n'achète de viande
Slide 12 - Slide
Woorden van hoeveelheid
de / d'
un kilo
un sachet
une assiette
une cuilière
une boîte
une bouteille
beaucoup
Slide 13 - Slide
Woorden van hoeveelheid
de / d'
un kilo de pommes
un sachet de thé
une assiette de frites
une cuilière d'huile
une boîte de coca
une bouteille d'eau
beaucoup de viande
Slide 14 - Slide
Woorden van hoeveelheid
de / d'
Il achète un kilo de poisson.
Il n'achète pas un kilo de poisson.
Il achète beaucoup de frites.
Il n'achète pas beaucoup viande.
Il achète un sachet de thé.
Il prend une cuillière d'huile.
Il bois une bouteille d'eau.
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Delend lidwoord sept 2023
October 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H5 Mavo 3 2024 C en D
March 2024
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H5 Mavo 4 2023 C en D 25 september
September 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H5 Mavo 3 2024 C en D 30 mei 2024
May 2024
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H5 Mavo 3 2024 H 13 juni
June 2024
- Lesson with
43 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H1/V1 delend lidwoord
July 2024
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Delend lidwoord
November 2021
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
hoofdstuk 5
November 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3