Les 1 korte teksten schrijven

Schrijfvaardigheid
Voorbereiding op examen schrijven 2F
Ter voorbereiding 3 opdrachten uitwerken (eis).
Eind periode 3 examen schrijven (12 april). 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Schrijfvaardigheid
Voorbereiding op examen schrijven 2F
Ter voorbereiding 3 opdrachten uitwerken (eis).
Eind periode 3 examen schrijven (12 april). 

Slide 1 - Slide

Waarom schrijf je?

Slide 2 - Open question

Vandaag
  1. Beoordelingscriteria schrijfvaardigheid
  2. Korte teksten schrijven
  3. Instructie schrijven (1e vereiste opdracht)
  4. Huiswerk

Slide 3 - Slide

Beoordelingscriteria schrijfvaardigheid
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op doelgroep
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, grammatica en interpunctie
  • Leesbaarheid

Slide 4 - Slide

Korte teksten schrijven
Oefenen met afstemming op doel
Lees de theorie in Nu Nederlands boek B, blz. 78

Slide 5 - Slide

Welke vragen zijn belangrijk bij het overbrengen van een boodschap?

Slide 6 - Open question

Nu doen:
Lees opdracht 2 op blz. 79.


Slide 7 - Slide

Leg opdracht 2 uit:

Slide 8 - Slide

Typ je memo:

Slide 9 - Open question

Voorbeeld antwoord
Dag Dylan,

R. Molema heeft gebeld over een boormachine die niet is bezorgd. Wil jij de boormachine vandaag vóór 17.00 aangetekend verzenden naar Scharfstraat 233, 7415 BX in Deventer, zodat R. Molema hem morgen in huis heeft?


Patrick

Slide 10 - Slide

Instructie schrijven
Oefenen met tekst afstemmen op doelgroep
Lees de theorie in Nu Nederlands boek B, blz. 83

Slide 11 - Slide

Waarom is het belangrijk je boodschap af te stemmen op je doelgroep?

Slide 12 - Open question

Opdracht
Hierna volgt een verbeteropdracht.
Vraag jezelf af of de hele tekst in de instructie opgenomen moet worden. 
Schrap als je denkt dat het voor de lezer niet interessant is.

Slide 13 - Slide

Verbeter: De tafel is behoorlijk zwaar en groot. Leg de tafel daarom het liefst met de lange zijde op de vloer. Als de tafel op zijn kant ligt, kun je gemakkelijk bij alle poten. Je kunt dan de poten uitklappen. Je moet de poten daarna vergrendelen, anders klapt de tafel weer in. Controleer of alle poten goed zijn vergrendeld.

Slide 14 - Open question

Voorbeeld antwoord herschrijven instructie
Leg de tafel met de lange zijde op de vloer, zodat je de poten gemakkelijk kunt uitklappen. Vergrendel vervolgens alle poten en controleer dit achteraf goed.

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Lees opdracht 3 op blz. 85.
Werk je instructie uit in een Word-bestand.
Sla het bestand op als [studentnummer_naam_instructie]
Lever in via Teams > opdrachten.

Slide 16 - Slide