1.2 Economie en geld

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 68 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 4 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Waarom moet je keuzes maken als consument?

Slide 5 - Mind map

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Geld is een efficiënter ruilmiddel dan directe ruil.
Makkelijker en sneller transacties mogelijk.
Directe ruil behoudt persoonlijke waarde.
Geld creëert onnodige afhankelijkheid van economie.
Directe ruil bevordert gemeenschapsgevoel en samenwerking.

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

      Leerdoelen
  1. R beschrijven hoe geld is ontstaan
  2. T1 onderscheid maken tussen chartaal en giraal geld
  3. R beschrijven hoe je met verschillende soorten geld kunt betalen
  4. T2 een nieuw saldo op je rekening uitrekenen


Slide 7 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Hoe komen we aan geld?
- directe ruil          een product ruilen voor een ander product
- indirecte ruil           producten ruilen voor geld
- ruilmiddel             bij kopen en verkopen gebruik je het geld

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Soorten geld
  • chartaal geld - contant geld




  • giraal geld - het geld dat op je bankrekening staat

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Welke functie heeft geld naast ruilmiddel?
A
Voedselbron
B
Waardeopslag
C
Vermaak
D
Communicatiemiddel

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor 'ruilmiddel'?
A
Boeken
B
Schoenen
C
Geld
D
Auto

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen chartaal geld en giraal geld?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Noem 2 begrippen die je vandaag hebt geleerd!

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Aan de slag
Wat: Maak opdrachten 1 en 10 (blz. 16)
Hoe: Zelfstandig in stilte
Tijd: 10 min
Klaar: Lees alle theorie goed door
Uitkomst: 1.2 nakijken samen
timer
10:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is een bankpas?
A
Een soort creditcard
B
Een vorm van contant geld
C
Een online betaalmethode
D
Een plastic kaart om te betalen.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe betaal je?
Betalen met chartaal geld  je overhandigt munten en bankbiljetten en als je te veel betaald, krijg je als wisselgeld terug 

Elektronisch betalenmet bankpas, telefoon of smartwatch

Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Opdracht 1: Sleep de geldsoorten naar de bijbehorende afbeeldingen.
Chartaal geld
Chartaal geld
Giraal geld
Giraal geld

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Afsluiting
R beschrijven hoe geld is ontstaan
T1 onderscheid maken tussen chartaal en giraal geld
R beschrijven hoe je met verschillende soorten geld kunt betalen
T2 een nieuw saldo op je rekening uitrekenen

Slide 18 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

    Begrippen uit deze les
  • geld (chartaal, giraal)
  • ruilmiddel
  • betalen (contant, elektronisch)
  • saldo

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel staat er op je rekening?
- saldo: bedrag dat op je bankrekening staat
Giraal geld is onzichtbaar. Wel kun je op je bankapp je saldo zien.
Formule:
Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - uitgaven
Positief saldo = tegoed
Negatief saldo = tekort

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Wat: Maak opdrachten 16 en 17 (blz. 21)
Hoe: Zelfstandig in stilte
Tijd: 10 min
Klaar: Lees alle theorie goed door
Uitkomst: 1.2 nakijken samen
timer
10:00

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions