This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Thema 3:
Ordening
Basisstof 4: Planten
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Huiswerkcontrole
Herhaling BS1 en 2
Uitleg BS4 over Planten (10 min)
Zelfstandig aan het werk
Les afsluiten
Slide 2 - Slide
Huiswerkcontrole
Even kijken wie het gemaakt heeft.
Ik loop een rondje om te checken.
Pak blz 182 voor je.
Slide 3 - Slide
Pak je device voor je!
Ga naar lessonup!
Slide 4 - Slide
Welke hoofdgroepen zijn er?
Slide 5 - Open question
Welke hoofdgroep heeft geen celkern?
Slide 6 - Open question
welke rijken zijn er?
Slide 7 - Open question
Wanneer behoort een organisme tot dezelfde soort?
A
als het een populatie is
B
als het zich kan voortplanten
C
als het samen leeft
D
als het zich kan voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgt
Slide 8 - Quiz
Basisstof 4; Planten
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Indeling van planten
We gaan vandaag kijken naar de volgende stammen:
Vaatplanten
Groenwieren
Slide 11 - Slide
De planten
Celkern --> ja
Celmembraan --> ja
Celwand --> ja
Bladgroenkorrels --> ja
Slide 12 - Slide
Vaatplanten
De meeste planten die je kent, behoren tot de stam van de vaatplanten.
Dat zijn planten die vaten hebben voor het transport van stoffen.
Vaatplanten planten zich voort door zaden of sporen
Slide 13 - Slide
Sporen vs zaden
Slide 14 - Slide
Zaadplanten
Hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen
Voortplanting door middel van zaden, die ontstaan in de bloemen
Madeliefje, boterbloem
Maar ook struiken en bomen
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Sporenplanten
Hebben worstels, stengels en bladeren
Maar GEEN bloemen
Planten zich voort met sporen.
Een spore is een cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan.
Slide 17 - Slide
Sporenplanten
Bij mossen ontstaan sporen in sporendoosjes.
Slide 18 - Slide
Sporenplanten
Bij varens ontstaan de sporen aan de onderkant van de bladeren, er ontstaan dan sporenhoopjes.
Slide 19 - Slide
Sporenplanten
sporenhoopjes
sporendoosjes
varens
Mossen
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Wieren
Wieren noemen we ook wel algen.
Ze leven vaak in een omgeving met veel water of in het water.
Geen wortels, stengels, bladeren of bloemen
Wieren hebben geen vaten, ze halen alles wat ze nodig hebben uit het water waarin ze leven.
Slide 22 - Slide
Wieren
Omdat wieren geen bladeren, bloemen of sporen hebben planten ze zich anders voort. Meestal doen ze dit door deling. Groenwieren zijn eencellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels.
Slide 23 - Slide
Zaadplant
Sporenplant
Slide 24 - Drag question
dit is een
A
zaadplant
B
sporenplant
C
wier
D
alg
Slide 25 - Quiz
dit is een
A
zaadplant
B
sporenplant
C
wier
D
alg
Slide 26 - Quiz
dit is een
A
zaadplant
B
sporenplant
C
wier
D
alg
Slide 27 - Quiz
Boomalg
(eencellig)
Wieren (algen) kunnen eencellig en meercellig zijn.