This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Herhaling hoofdstuk 4
Werkt dat zo?
Slide 1 - Slide
Arbeidsmotieven
Inkomen / loon
nuttig zijn
zinvol bezig
contacten met anderen
regelmaat
ontwikkelen van jezelf
Slide 2 - Slide
De kapper valt onder welke sector
A
Agrarische sector
B
Industriële sector
C
Dienstverlenende sector
D
Alle bovengenoemde antwoorden
Slide 3 - Quiz
Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
Agrarische bedrijven
B
Industriële bedrijven
C
Dienstverlenende bedrijven
D
Productie bedrijven
Slide 4 - Quiz
Aan het werk
oefenopgaven paragraaf 4.1
bladzijde 118
opdracht 10
timer
2:00
Slide 5 - Slide
Inkomensverschillen, waardoor?
Slide 6 - Slide
Aan het werk
oefenopgaven paragraaf 4.1
bladzijde 118
opdracht 4 en 5
timer
1:00
Slide 7 - Slide
Proeftijd
maximaal 2 maanden
Contract korter dan 6 maanden? Dan geen proeftijd
Slide 8 - Slide
Bekijk de tabel met het minimumloon hiernaast. Iris is 20 en studeert. In de vakantie werkt ze voltijd en verdient ze 10% meer dan minimumloon. Hoeveel verdient Iris per week?
Slide 9 - Open question
Berekening
Iris is 20 en studeert. In de vakantie werkt ze voltijd en verdient ze 10% meer dan minimumloon. Hoeveel verdient Iris per week?
Het minimumloon is 213.15 (=100%)
213.15 : 100 = 2.1315 (=1%)
2.1315 x 10% = 21,32
213.15 + 21.32 = 234,47
Slide 10 - Slide
Deze wet regelt de werk- en rusttijden
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
Slide 11 - Quiz
Het geheel van vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid.
A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt
Slide 12 - Quiz
werkzaam: 1.234.000 jongeren werkloos: 155.000 jongeren Hoeveel procent van de jongeren is werkloos?