This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4: Inkomen
4.5 Inkomens: Gevolgen van inflatie
Slide 1 - Slide
Terugblik
Slide 2 - Slide
Inflatie kan verschillende oorzaken hebben. Wat is een mogelijke oorzaak van inflatie?
A
De lonen worden dit jaar niet verhoogd.
B
De btw-tarieven stijgen.
C
Het aanbod van producten stijgt.
D
De vraag naar goederen en diensten neemt af.
Slide 3 - Quiz
Inflatie bestrijden: wat kan CB doen?
Bestedings-
inflatie
Kosten-
inflatie
De hoge importprijzen worden doorberekend
De overheidskosten worden doorberekend
Er is meer vraag dan aanbod
Slide 4 - Drag question
Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door inflatie kan je...
A
meer besteden, daardoor wordt koopkracht meer
B
minder besteden, daardoor wordt koopkracht minder
C
Meer besteden, daardoor wordt koopkracht minder
D
Minder besteden, daardoor wordt koopkracht meer
Slide 5 - Quiz
Bekijk de grafiek hiernaast. Wat is de evenwichtsprijs voor de Gazellefiets?
Slide 6 - Open question
Bekijk de grafiek hiernaast. Bereken de meest gunstige omzet?
Slide 7 - Open question
Opdracht 8
Chris is tuinman. ‘Ik kan maar één tuin per week aanleggen. Maar er bellen vier klanten per week op. Ik kan mijn prijzen dus makkelijk verhogen.’
Welke vorm van inflatie?
Slide 8 - Slide
Opdracht 8
Chris is tuinman. ‘Ik kan maar één tuin per week aanleggen. Maar er bellen vier klanten per week op. Ik kan mijn prijzen dus makkelijk verhogen.’
Welke vorm van inflatie?
Bestedingsinflatie
Slide 9 - Slide
Opdracht 8
Janske is directrice van een taxibedrijf. ‘Mijn chauffeurs zijn dit jaar 5% meer gaan verdienen, Dan moet ik de ritprijs wel verhogen.’
Welke vorm van inflatie?
Slide 10 - Slide
Opdracht 8
Janske is directrice van een taxibedrijf. ‘Mijn chauffeurs zijn dit jaar 5% meer gaan verdienen, Dan moet ik de ritprijs wel verhogen.’
Welke vorm van inflatie?
Kosteninflatie
Slide 11 - Slide
Opdracht 8
Surf bv maakt surfboarden. De directeur: ‘Het was een heel mooie zomer. Ik kon wel 5.000 planken verkopen maar de productie is maximaal 4.000 stuks. Ra, ra, wat de prijzen deden.’
Welke vorm van inflatie?
Slide 12 - Slide
Opdracht 8
Surf bv maakt surfboarden. De directeur: ‘Het was een heel mooie zomer. Ik kon wel 5.000 planken verkopen maar de productie is maximaal 4.000 stuks. Ra, ra, wat de prijzen deden.’
Welke vorm van inflatie?
Bestedingsinflatie
Slide 13 - Slide
Opdracht 8
IJssalon het kuipje heeft per ingang van 1 juni de prijzen met 10% verhoogd. De eigenaar: ‘Dit gaat naar een betere winstmarge, want ik wil eindelijk eens wat gaan verdienen.’
Welke vorm van inflatie?
Slide 14 - Slide
Opdracht 8
IJssalon het kuipje heeft per ingang van 1 juni de prijzen met 10% verhoogd. De eigenaar: ‘Dit gaat naar een betere winstmarge, want ik wil eindelijk eens wat gaan verdienen.’