Ik kan uitleggen wat de functie/taak van bouwstoffen zijn.
Ik kan voorbeelden geven van voedingsmiddelen die veel bouwstoffen bevatten.
Ik kan uitleggen wat de functie/taak van beschermende stoffen zijn.
Ik kan uitleggen wat ADH betekent.
Ik weet wat een gebreksziekte is en kan hier 2 voorbeelden van geven.
Ik ken het verschil tussen anorexia en boulimia en weet wat voor effecten dit op het lichaam heeft.