Op je tafel heb je de JDW map, pen, rekenmachine, potlood en laptop
Jas uit,
telefoon weg,
tas op de grond,
geen eten :)
timer
5:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 23 slides, with text slides.
Items in this lesson
Leerdoelen
R
T1
T2
I
Welkom!
Ga op je plek zitten.
Op je tafel heb je de JDW map, pen, rekenmachine, potlood en laptop
Jas uit,
telefoon weg,
tas op de grond,
geen eten :)
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Startopdracht
Schrijf op wat je weet van spreidingsmaten en de boxplot.
Na een paar minuten in stilte vraag ik naar wat je hebt opgeschreven en schrijf dit op het bord.
Daarna lopen we een laatste keer door de theorie en kijken of we alles nog wisten. We maken dan nog één opgave hierover.
Slide 2 - Slide
Programma vandaag
Startopdracht
Herhalen theorie
Opgave
Theorie A,B Telproblemen
Opgave
Afsluiting
Slide 3 - Slide
Programma periode 4
Hoofdstuk 8 Allerlei verbanden
Voorkennis, vermenigvuldigingsfactor, de formule van een lijn en grafieken verschuiven
8.1 Exponentiële groei
8.2 Procenten en groeifactoren
8.3 Tabellen en groei
Hoofdstuk 9 Spreiding, tellen en kans
Voorkennis , Centrummaten
9.1 Spreidingsmaten
9.2 De boxplot
9.4 Telproblemen
Slide 4 - Slide
Programma vandaag
Leerdoel
Huiswerk
Afsluiting
Slide 5 - Slide
Theorie
Slide 6 - Slide
Theorie
Slide 7 - Slide
Theorie
Slide 8 - Slide
Theorie
Slide 9 - Slide
Huiswerk
Slide 10 - Slide
Startopdracht
Situatie:
Stel je voor dat je een kledingkast hebt met verschillende kledingstukken. Je wilt weten hoeveel verschillende outfits je kunt samenstellen. Een outfit bestaat uit één shirt, één broek en één paar schoenen.
Gegeven:
Je hebt 3 shirts: rood, blauw, groen.
Je hebt 2 broeken: jeans, zwart.
Je hebt 2 paar schoenen: wit, bruin.
Opdracht:
Bereken het totale aantal mogelijke outfits.
Wat als je een extra shirt (geel) toevoegt? Hoe verandert het aantal mogelijke outfits?
Wat als je een extra broek (wit) toevoegt? Hoe verandert het aantal mogelijke outfits?
Stel dat je in plaats van 2 paar schoenen 3 paar schoenen hebt (wit, bruin, zwart). Hoeveel mogelijke outfits kun je nu maken?
Wat als je geen beperkingen hebt op de kleuren van de kledingstukken? (bijvoorbeeld, stel dat je 4 shirts, 3 broeken en 5 paar schoenen hebt). Hoeveel mogelijke outfits kun je dan maken?
Slide 11 - Slide
Leerdoelen
Je kan een boomdiagram tekenen en het aantal mogelijkheden berekenen.
Je kan een wegendiagram tekenen en het aantal mogelijkheden berekenen. Hier maak je gebruik van de vermenigvuldigingsregel.
Je kan bij telproblemen de mogelijkheden berekenen met of zonder herhaling.
Je weet bij dat bij sommige telproblemen de aantallen worden opgeteld. Hier pas je dan de somregel toe.
Slide 12 - Slide
Opdracht
Hoeveel mogelijke opties zijn er in totaal?
Slide 13 - Slide
Theorie
Slide 14 - Slide
Theorie
Slide 15 - Slide
Opdracht
Slide 16 - Slide
Opdracht
Slide 17 - Slide
Opdracht
Slide 18 - Slide
Opdracht
Slide 19 - Slide
Leerdoelen
Je kan een boomdiagram tekenen en het aantal mogelijkheden berekenen.
Je kan een wegendiagram tekenen en het aantal mogelijkheden berekenen. Hier maak je gebruik van de vermenigvuldigingsregel.
Je kan bij telproblemen de mogelijkheden berekenen met of zonder herhaling.
Je weet bij dat bij sommige telproblemen de aantallen worden opgeteld. Hier pas je dan de somregel toe.