This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Licht
Slide 1 - Slide
De zon is een ..
A
Kunstmatige lichtbron
B
Lichtbron
C
Diffuus teruggekaatst
D
Schaduw
Slide 2 - Quiz
Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is
A
Kaars
B
Maan
C
Zon
D
Sterren
Slide 3 - Quiz
De schaduw aan de linker- en rechterkant van de groene lijn noem je ...?
A
Kernschaduw
B
Lichtschaduw
C
Halfschaduw
D
Randstralen
Slide 4 - Quiz
Licht en Kleur
Slide 5 - Slide
Als je met een rode lamp op een geel shirt schijnt wordt je shirt....
A
Geel
B
Rood
C
Oranje
D
Zwart
Slide 6 - Quiz
Welke kleur reflecteert een rood t-shirt?
A
Wit
B
Alle kleuren
C
Rood
D
Zwart
Slide 7 - Quiz
Bij een zwart t-shirt wordt/worden....
A
Alle kleuren geabsorbeerd
B
Alle kleuren gereflecteerd
C
Alleen zwart geabsorbeerd
D
Alleen wit geabsorbeerd
Slide 8 - Quiz
Zet de kleuren op de goede volgorde van het spectrum
Slide 9 - Drag question
Schaduw
Slide 10 - Slide
de schaduw is 3,5 keer groter dan het voorwerp. het voorwerp is 150 cm. Hoe groot is de schaduw?
A
42,8 cm
B
525 cm
C
350 cm
D
5,25 cm
Slide 11 - Quiz
In de figuur zie je een paaltje. Rechts naast het paaltje is er een schaduw op de grond. Waar kan zich de lichtbron bevinden die deze schaduw veroorzaakt?
A
in punt A
B
in punt B
C
in punt C
D
in punt D
Slide 12 - Quiz
In figuur 5 zie je de schaduw van een hand die door twee lampjes wordt verlicht. Wat voor schaduw is er bij 1 en bij 2?
A
1: halfschaduw
2: halfschaduw
B
1: halfschaduw
2: kernschaduw
C
1: kernschaduw
2: halfschaduw
D
1: kernschaduw
2: kernschaduw
Slide 13 - Quiz
Welke formule is fout?
A
Lengte schaduw= N/Lengte voorwerp
B
N = Lengte schaduw/
Lengte voorwerp
C
N = Afstand schaduw/
Afstand voorwerp
D
Lengte schaduw = N x
lengte voorwerp
Slide 14 - Quiz
Wat gebeurt er met de schaduw van een voorwerp als de lichtbron dichter naar het voorwerp toekomt?
A
Wordt groter
B
Wordt kleiner
C
Blijft gelijk
Slide 15 - Quiz
Een schaduw van een voorwerp kun je groter maken door…