HERHALING Zwakke werkwoorden vervoegen

Werkwoorden vervoegen
Zwakke werkwoorden
In de tegenwoordige tijd
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Werkwoorden vervoegen
Zwakke werkwoorden
In de tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide

Wat moet je van een werkwoord af halen om de stam te krijgen?
A
(e)n
B
n

Slide 2 - Quiz

10

Slide 3 - Video

01:03
Wat is de stam van "radeln"?

Slide 4 - Open question

02:03
Hoe kennen wij het ezelsbruggetje "esttenten" ook wel?

Slide 5 - Open question

02:12
Lea (wohnen)__________

Slide 6 - Open question

02:53
Een rijmpje:
Eindigt de stam op een d of een t, begint de uitgang altijd met een ...

Slide 7 - Open question

03:25
Bij een stam op een s-klank krijg je bij de du-vorm alleen een ... als uitgang.
(in plaats van st)

Slide 8 - Open question

03:25
Bij welke persoon verandert de uitgang als de stam van het werkwoord eindigt op een s-klank?
A
ich
B
du
C
er/sie/es
D
ihr

Slide 9 - Quiz

02:53
Welke letter komt er voor de uitgang van werkwoorden op -d/-t te staan bij du, er/sie/es en ihr?

Slide 10 - Open question

02:12
ich (spielen)
A
spielen
B
spiele
C
spiel
D
spielene

Slide 11 - Quiz

01:03
Wat is de stam van "reden"?

Slide 12 - Open question

01:03
Wat is de stam van "spielen"?

Slide 13 - Open question

Zwakke werkwoorden - herhaling grammatica
stam
stam eindigt op -d/-t
stam eindigt op sis-klank
volledig werkwoord
 minus -en
du arbeitest
uitgangen voor du/er,sie,es/ihr
met extra e
du wartest
ihr wartet
wohn
reisen
uitgang zonder s bij du
warten
du weißt
heißen

Slide 14 - Drag question

Theo (tanzen) .........

Slide 15 - Open question

Jasmin (reden) ..........

Slide 16 - Open question

Du (tanzen) ..........

Slide 17 - Open question

wir (wohnen) ..........

Slide 18 - Open question

du (reden) ..........

Slide 19 - Open question