Samenvatting hoofdstuk 2

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 1 - Slide

De Romeinen
hoofdstuk 2
samenvatting

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • leerdoelen en begrippen van hoofdstuk 2 herhalen
  • vragen?
  • quiz om jezelf alvast te toetsen
  • vragen?
  • afsluiten

Slide 3 - Slide

Leerdoelen en begrippen
par 2 Het Romeinse Rijk
  • Ik kan uitleggen hoe Rome van een klein dorp uitgroeide tot een wereldrijk.
      - Rome was een dorp aan een rivier, vlakbij zee. Goede ligging om handel              te drijven. Daardoor werd Rome steeds rijker en was er geld voor een                    leger.     Dit leger veroverde steeds meer gebied rondom Rome en                        verder.......

  • Ik kan uitleggen waarom de Romeinen in hun grote rijk zolang de baas   konden blijven.
     - beroeps leger
     - bondgenoten

Slide 4 - Slide

Leerdoelen en begrippen
par 2 Het Romeinse Rijk

  • Ik kan uitleggen wat de gevolgen waren van de Romeinse veroveringen voor de Germanen.
     - Germanen maakten kennis met produkten uit Zuid-                     Europa, zoals wijn en olijfolie.  Schrift, badhuizen en het               spreken van Latijn.

  • Ik kan de volgende begrippen beschrijven: Romeinse Rijk, oudheid, beroepsleger, bondgenoot, Germanen en cultuur.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Leerdoelen 
par 3 Leven in het Romeinse Rijk
  • Ik kan uitleggen hoe Romeinen hun rijk bestuurden.
     - koninkrijk -> republiek (rijke mannen) -> democratie                      ->keizerrijk

  • Ik kan beschrijven hoe de Romeinse samenleving werkte.
      - grote sociale verschillen (man X vrouw, arm X rijk)

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 
par 3 Leven in het Romeinse Rijk
  • Ik kan twee voorbeelden noemen van Grieks-Romeinse cultuur.
     - gebruik olijfolie, tempels en beelden,baden in badhuizen 

  • Ik kan de volgende begrippen omschrijven: democratieburgers, burgerrechtkeizer  en Grieks-Romeinse cultuur.

Slide 8 - Slide

Vragen?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide


Welke uitspraak klopt niet over het Romeinse leger?
A
De soldaten hadden de beste wapens.
B
Soldaten hadden geheime wapens die anderen niet hadden.
C
De soldaten werden goed betaald.
D
Soldaten mochten stoppen wanneer ze wilden.

Slide 11 - Quiz

Rondom welke zee ligt het Romeinse rijk?
A
Atlantische oceaan
B
Noordzee
C
Middellandse zee
D
Middelste oceaan

Slide 12 - Quiz

Bekijk het plaatje. Welke zinnen horen bij de letter? Versleep ze naar de goede letter.
timer
1:00
A
B
C
Om iemand mee te steken.
Om een dreun mee uit te delen.
Om naar de vijand te gooien.

Slide 13 - Drag question

Wat betekent het begrip "Romeins Rijk"?
A
Al het land dat door de Romeinen veroverd was en dat door hen werd bestuurd.
B
Een soort koning die de baas is over een heel groot rijk.
C
Gebouw met hoge, stevige muren, verdedigd door soldaten.
D
een groep soldaten die vecht om het land te verdedigen of om een ander land te veroveren.

Slide 14 - Quiz


Welke grens licht er aan de rivier de Rijn die ook door Nederland loopt?
A
De grens tussen de Egyptenaren en de Germanen
B
De grens tussen de Romeinen en de Egyptenaren
C
De grens tussen de Romeinen en de Nederlanders
D
De grens tussen de Romeinen en de Germanen.

Slide 15 - Quiz

Inwoners van Rome en het Romeinse Rijk noemen we:
A
Galliërs
B
Germanen
C
Romeinen
D
Onderdanen

Slide 16 - Quiz

Van ongeveer 500 voor Chr. tot 27 voor Chr. was Rome een Republiek.

➤Hoe werd de Romeinse Republiek bestuurd?
A
Door rijke mannen
B
Door de keizer
C
Door een president en een parlement

Slide 17 - Quiz

De Romeinen hadden veel bewondering voor een volk uit de Oudheid. Zij nemen veel van dat volk over. Welk volk was dat?
A
Egyptenaren
B
Babyloniërs
C
Grieken
D
Joden

Slide 18 - Quiz

Bekijk de kaart van Nederland. Met de zwarte streep wordt de natuurlijke grens, de Rijn aangegeven. Welk volk woonden er in gebied A en B? Versleep ze naar de goede plaats.
timer
1:00
A
B
Germanen
Romeinen

Slide 19 - Drag question

Lees de zinnen. Versleep de zin naar het woord waar het bij past.
timer
1:00
Leger
Slaven
Augustus
De hoogste baas over het rijk.
Goed getraind.
Iemand die moet werken voor een ander zonder er geld voor te krijgen.

Slide 20 - Drag question

Wat betekent
Democratie
A
Bestuursvorm zonder koning of koningin..
B
Burgers beslissen wie de bestuurders zijn
C
Bestuursvorm zonder koning of koningin.
D
Verhalen over het leven van de goden.

Slide 21 - Quiz

Het Romeinse rijk begon als dorp en
werd een wereldrijk.

Wat is een wereldrijk?
A
Een rijk dat in één werelddeel ligt
B
Een rijk dat in één land ligt
C
Een rijk dat in meerdere landen ligt

Slide 22 - Quiz

Het Romeinse rijk werd op verschillende manieren bestuurd.

Wat is de juiste volgorde?
A
Republiek-keizerrijk-koninkrijk
B
Keizerrijk-koninkrijk-republiek
C
Koninkrijk-keizerrijk-republiek
D
Koninkrijk-republiek-keizerrijk

Slide 23 - Quiz

Waar of niet waar?
Met de komst van de Romeinen eindigt de prehistorie in Nederland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

In Nederland kwam kort voor het begin van onze jaartelling een einde aan de prehistorie door
Laatste vraag
A
de verovering door de Romeinen van een deel van Nederland
B
de stichting van Romeinse nederzettingen in Nederland
C
de introductie van het schrift in Nederland door de Romeinen
D
de opbloei van de handel tussen Nederland en het Romeinse rijk

Slide 25 - Quiz

Vragen?

Slide 26 - Slide

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 27 - Slide

De Romeinen
hoofdstuk 2
samenvatting

Slide 28 - Slide

Wat gaan we doen?
  • leerdoelen en begrippen van hoofdstuk 2 herhalen
  • vragen?
  • maken paragraaf 6, ALLEEN ÉN IN STILTE!!!
  • vragen?
  • afsluiten

Slide 29 - Slide

Lesdoelen 
par 4 Een nieuwe godsdienst
  • Ik kan beschrijven wat jodendom en christendom voor geloven zijn.
      -  één god, 10 leefregels

  • Ik kan uitleggen wat een kerk (bidhuis van christenen) en bijbel (heilige boek van het christendom)
     

Slide 30 - Slide

Lesdoelen 
par 4 Een nieuwe godsdienst


  • Ik kan uitleggen hoe het christendom belangrijk werd in het Romeinse Rijk
     -  Volgelingen van Jezus vertelden verhalen overal in het                   Romeinse Rijk
     - God is er voor iedereen, iedereen komt in de hemel als je                leeft volgens de 10 geboden -> armen en slaven werden                christen.
     - Andere bewoners gingen er ook in geloven
     - Keizer stond christendom toe in 313 n. C. 

Slide 31 - Slide

Lesdoelen 
par 4 Een nieuwe godsdienst


  • Ik kan de volgende begrippen beschrijven: jodendom (geloof in één god volgens de regels die in heilige boek van de joden staan), christendom (geloof in één god volgens de leer van Jezus Christus), Bijbel (heilige boek van de christenen) en kerk (bidhuis van de christenen)
     

Slide 32 - Slide

Vragen?

Slide 33 - Slide

Maken opdrachten paragraaf  6
blz 82-83

ALLEEN
IN STILTE!

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide