Quiz geld en winkelen

• Taal
• Basisschool
• Groep 3

Quiz

Geld en winkelen

Quiz

Een afdeling is een deel van een winkel. Waar zie jij de kinderafdeling?

1. 
2. 
3. 
4. 

Quiz

Op welke plaatjes zie je dat er wordt afgerekend?

1. 
2. 
3. 
4. 

Quiz

Waar zie je een bedrag?

1. 
2. 
3. 
4. 

Quiz

Met welk briefje kun je betalen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Quiz

Kim is eigenaresse van een schoenenwinkel. Waar zie je haar?

1. 
2. 
3. 
4. 

Quiz

Jan heeft een eigen zaak.Een ander woord voor 'zaak' is ...

1. Afdeling
2. Etalage
3. Toonbank
4. Winkel

Quiz

Waar zie je een etalage? Er zijn meerdere antwoorden goed. 

1. 
2. 
3. 
4. 

Quiz

Kijk naar de foto. Kun je in deze winkel nu spullen kopen?

1. Ja
2. Nee

Quiz

Opa en oma geven veel cadeau's. Ze zijn...

1. Zuinig
2. Gul

Quiz

Hoeveel klanten zie je in de winkel?

1. 1
2. 6
3. 4
4. 3

Quiz

In welke pot kun je geld bewaren?

1. 
2. 
3. 
4. 

Quiz

De winkel van de bakker gaat om 8 uur 's morgens...

1. Dicht
2. Open

Quiz

Iemand die niet gul is, is ..

1. Arm
2. Gesloten
3. Open
4. Zuinig

Quiz

Tim krijgt elke week 1 euro...

1. Boete
2. Zakgeld