Week 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Uitleg groepsopdracht 18e en 19e eeuw 

• Korte weergave van de inhoud van het gelezen boek;
  
• Een stukje brontekst (en natuurlijk daarbij een uitleg waarom jullie voor deze passage gekozen hebben);
  
• Over de taal van de bron. Wat valt je op in het taalgebruik? Is dit typerend voor de periode waarin dit werk verschenen is? Waarom wel/niet?

Periode 3

Leesvaardigheid (Talent H3) 15%, tijdens de toetsweek

Historische letterkunde: lezen + verdiepen + presenteren, 10%

Groepsopdracht 18e en 19e eeuw 

• Plaatsing in de literatuurgeschiedenis (18e en 19e eeuw): in welke stroming kun je het boek plaatsen? (bijv. Verlichting, romantiek, realisme, naturalisme, enz.) En waarom is dat zo? Wat uit de historische achtergronden herken je in het boek? Geef voorbeelden uit je boek om je uitleg te ondersteunen (bijv. politieke protesten, verlichtingsdenken, sociale omstandigheden).
  
• De plaats die het historisch werk inneemt in de Nederlandse literatuur (van groot/middelmatig/klein belang?) en waarom is dat dan zo? 

Groepsopdracht 18e en 19e eeuw 

Overige onderdelen:

• Zorg ervoor dat jullie goed verstaanbaar presenteren en enthousiast overkomen.
  
• Zorg ervoor dat de presentatie goed voorbereid is en een aantal keer geoefend is. Werk goed met elkaar samen en stem af/vul elkaar aan waar nodig.
  
• Zorg voor een duidelijke structuur: een aantrekkelijk inleiding en een duidelijk slot zijn daarbij ook onontbeerlijk.
  
• Zorg ervoor dat de onderdelen logisch geordend zijn en met elkaar samenhangen.
  
• Zorg voor een aantrekkelijke presentatie.
  
• Tijd: zorg ervoor dat je presentatie minimaal 10 en maximaal 15 minuten duurt. Een te korte of lange presentatie zorgt voor aftrek. 

Programma van de week

- Start historische letterkunde 18e eeuw 

- Kiezen van een boek (7 drietallen en 1 duo maken) en beginnen met lezen.

(DBNL te downloaden)

- Oefenen met informatie verwerken en presenteren.

Doelen?

- Ik leer te overleggen en keuzes te maken.

- Ik kan in een groepje een korte presentatie houden.

- Ik weet wat te vertellen over een 18e of 19e eeuwse schrijver.

Aan het werk

- Verdeling in tweetallen (voor deze les keer willekeurig)

- Koppeling aan een schrijver.

- We presenteren in les 4 over de schrijver. Waarin je vertelt wie deze schrijver is (kenmerken), wat zijn/haar leven typeerde en wat de bekendste werken zijn.

- Aan het einde van de lessen van vandaag heb je dan al een beetje een beeld van de schrijvers en kun je hopelijk een gedegen keuze maken voor een schrijver en boek.

1. J.A. Schasz
2. Betje Wolff en Aagje Deken
3. Frederik van Eeden
   
4. Hildebrand
   
5. Louis Couperus
   
6. A van Schendel
   
7. I. Boudier-Bakker
   
8. C. van Bruggen
9. Elsschot
10. E. Du Perron

Ben je ingedeeld in groep 1, dan presenteer je over de schrijver die genoemd is bij 1 enz. enz. 

Huiswerk/Theorie 1

- Wat weet nog van de 16e/17e eeuw?

- Wat weet je al van de 18e eeuw?

Huiswerk: wat ga ik zelf nog herhalen/oefenen

Huiswerk/Theorie 2

Aan het werk

Huiswerk

Huiswerk/Theorie 3

Aan het werk

Doelen behaald?

Huiswerk