Herhalen t/m bwb, nakijken 8, 10 en 11, uitleg bijvoeglijke bepaling

- Herhalen t/m bwb

- Nakijken 8, 10 en 11

- Uitleg bvb

- Huiswerk maken

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Herhalen t/m bwb

- Nakijken 8, 10 en 11

- Uitleg bvb

- Huiswerk maken

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kunt de volgende zinsdelen benoemen:
- Werkwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling

Je weet dat een bijvoeglijke bepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel) en extra informatie geeft.


Slide 2 - Slide

Herhalen zinsdelen
  • wwg = alle werkwoorden in de zin + te + aan het + splitswerkwoorden
  • ond = wie/wat + wwg?
  • lv = wie/wat + wwg + ond?
  • mv = aan wie / voor wie?
  • bwb = prullenbak (waar, wanneer, hoe, waarom)

Slide 3 - Slide

Nakijken opdr. 8 (blz. 8)
  1. gisteren (= wanneer) , op het station (= waar)
  2. vorige week (= wanneer), ook, op dat feest (= waar)
  3. In Noord-Brabant (= waar), elk jaar (= hoe vaak) (evt. uitgebreid = hoe)
  4. jaren geleden (= wanneer), ook, al

Slide 4 - Slide

Nakijken opdr. 10 (blz. 9)
  1.  lange tijd (= wanneer)
  2. natuurlijk (evt. vanuit mijn fantastische vakantieadres)
  3. nog | steeds | aan de kapstok (= waar)
  4. Wat (je hebt in deze zin al een ond, lv en mv)
  5. gisteren (= wanneer)

Slide 5 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (1)

Om twaalf uur moet ik mijn broer van de trein halen.

  • Om twaalf uur |moet |ik |mijn broer |van de trein| halen.
  • wwg = moet halen
  • ond = ik
  • lv = mijn broer (wie + moet halen + ik?)
  • mv = -
  • bwb = om twaalf uur , van de trein

Slide 6 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (2)

Chantal heeft dat pakje vanmorgen aan haar beste vriendin gegeven.

  • Chantal |heeft |dat pakje |vanmorgen |aan haar beste vriendin |gegeven.
  • wwg = heeft gegeven
  • ond = Chantal
  • lv = dat pakje (wat + heeft gegeven + Chantal?)
  • mv = aan haar beste vriendin
  • bwb = vanmorgen

Slide 7 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (3)

We vroegen die vriendelijke agent de kortste weg naar het strand.

  • We |vroegen |die vriendelijke agent |de kortste weg naar het strand.|
  • wwg = vroegen
  • ond = we
  • lv = de kortste weg naar het strand (wat + vroegen + we?)
  • mv = die vriendelijke agent
  • bwb = -

Slide 8 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (4)

De twee oude mensen staarden door het raam naar buiten.

  • De twee oude mensen| staarden |door het raam| naar buiten.
  • wwg = staarden
  • ond = de twee oude mensen
  • lv = -
  • mv = -
  • bwb = door het raam, naar buiten

Slide 9 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (5)

De directeur heeft mijn vader een hogere functie aangeboden.

  • De directeur | heeft | mijn vader | een hogere functie | aangeboden.
  • wwg = heeft aangeboden
  • ond = de directeur
  • lv = een hogere functie
  • mv = mijn vader
  • bwb = -

Slide 10 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (6)

Het oude huis op de hoek wordt morgen helemaal afgebroken.

  • Het oude huis op de hoek | wordt | morgen | helemaal | afgebroken.
  • wwg = wordt afgebroken
  • ond = het oude huis op de hoek
  • lv = -
  • mv = -
  • bwb = morgen, helemaal

Slide 11 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (7)

Heb je die lastige woorden in het woordenboek opgezocht?

  • Heb | je | die lastige woorden | in het woordeboek | opgezocht?
  • wwg = heb opgezocht
  • ond = je
  • lv = die lastige woorden
  • mv = -
  • bwb = in het woordenboek

Slide 12 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (8)

Jeanet heeft een prachtige foto van haar zus gemaakt.

  • Jeanet | heeft | een prachtige foto van haar zus | gemaakt.
  • wwg = heeft gemaakt
  • ond = Jeanet
  • lv = een prachtige foto van haar zus
  • mv = -
  • bwb = -

Slide 13 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (9)

Selma heeft het me uitdrukkelijk gevraagd.

  • Selma | heeft | het | me | uitdrukkelijk  | gevraagd.
  • wwg = heeft gevraagd
  • ond = Selma
  • lv = het
  • mv = me
  • bwb = uitdrukkelijk

Slide 14 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (10)

Heb je gisteravond nog naar die spannende film gekeken?

  • Heb | je | gisteravond | nog | naar die spannende film | gekeken?
  • wwg = heb gekeken
  • ond = je
  • lv = -
  • mv = -
  • bwb = gisteravond, nog, naar die spannende film

Slide 15 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (11)

Mijn vader en mijn opa hebben een fietstocht langs de Donau gemaakt.

  • Mijn vader en mijn opa | hebben | een fietstocht langs de Donau | gemaakt.
  • wwg = hebben gemaakt
  • ond = mijn vader en mijn opa
  • lv = een fietstocht langs de Donau
  • mv = -
  • bwb = -

Slide 16 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 9 - 12) (12)

In de herfst trekken veel vogels naar het warme zuiden.

  • In de herfst | trekken | veel vogels | naar het warme zuiden.
  • wwg = trekken
  • ond = veel vogels
  • lv = -
  • mv = -
  • bwb = in de herfst, naar het warme zuiden

Slide 17 - Slide

Verdeel de zin in zinsdelen:
1 De eigenaar heeft de boete na de rechtszitting betaald.

Slide 18 - Open question

Verdeel de zin in zinsdelen:
2 De boze eigenaar heeft de hoge boete na de rechtszitting betaald.

Slide 19 - Open question

Verdeel de zin in zinsdelen:
3 De boze eigenaar van de sportauto heeft de hoge boete voor de snelheidsovertreding na de rechtszitting betaald.

Slide 20 - Open question

Wat valt op?
1 De eigenaar | heeft | de boete | na de rechtszitting | betaald.
2 De boze eigenaar | heeft |de hoge boete |na de rechtszitting |betaald.
3 De boze eigenaar van de sportauto |
heeft |de hoge boete voor de snelheidsovertreding |na de rechtszitting |betaald. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Huiswerk

Leer alle theorie

Maken opdracht 9, 11 (uitbreiden met bvb) en 13 (is zoals het SE)

Slide 29 - Slide