Oefenen DIA 4

Oefenen DIA 4
4 reken vragen
3 woordschat vragen
3 begrijpend lezen vragen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen DIA 4
4 reken vragen
3 woordschat vragen
3 begrijpend lezen vragen

Slide 1 - Slide

Een spin heeft 8 ogen.
Iris droomt dat ze door 55456 spinnenogen bekeken wordt.

Hoeveel spinnen ziet iris in haar droom voor zich?
A
6932
B
443648
C
429562
D
6807

Slide 2 - Quiz

Bekijk de grafiek.
Welke conclusie is juist?
A
Geen van de conclusies is juist.
B
Het betaalverkeer op dinsdag is verdubbeld ten opzichte van maandag.
C
Op zondag was het meeste betaalverkeer.
D
Gemiddeld is het betaalverkeer 200 euro per dag.

Slide 3 - Quiz

3258 + 7482 = 4850 + ....

Slide 4 - Open question

Het bedrijf ging failliet betekent...
A
Geen van de antwoorden is juist
B
Ging sterk uitbreiden
C
Ging samenwerken met een ander bedrijf
D
Kon zijn schulden niet meer betalen

Slide 5 - Quiz

Welk woord is het tegengestelde van: helder (helder water)?
A
doorzichtig
B
kristal
C
zwart
D
troebel

Slide 6 - Quiz

Ik hoop dat we de wedstrijd winnen, maar we moeten deze tegenstander niet ...
A
overtreffen
B
onderschatten
C
overschatten
D
waarderen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat kun je het best plaatsen
op vlek 1?
A
Donkere lucht
B
Zuchtje wind
C
Vangnet
D
Kabel

Slide 9 - Quiz

Wat kun je het best plaatsen
op vlek 2?
A
balans
B
gemak
C
vast
D
concentratie

Slide 10 - Quiz

Waarom had Niks moeder zelf schoenen voor Nik gemaakt?
A
Dan had Nik een steviger contact met de kabel.
B
Op die hoogte moet je wel speciale schoenen dragen.
C
Ze was trots op haar zoon en wilde hem verrassen.
D
Dat paste helemaal bij de show.

Slide 11 - Quiz