B1 - Levensbeschouwing in liedjes, games, series, films en boeken.

LeVo
Hoe zie jij het leven?
Les 3: Levensbeschouwing in liedjes, games, series, films en boeken.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

LeVo
Hoe zie jij het leven?
Les 3: Levensbeschouwing in liedjes, games, series, films en boeken.

Slide 1 - Slide

Hoeveel films, liedjes, boeken, series en games zijn er met een levensbeschouwelijk onderwerp?
A
ongeveer 30
B
Ongeveer 500
C
Ongeveer 1000
D
Niet te tellen

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Video

Welke levensbeschouwelijke onderwerpen komen er te sprake?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Welke levensbeschouwelijke onderwerpen komen er te sprake?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Welke levensbeschouwelijke onderwerpen komen er te sprake?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Welke levensbeschouwelijke onderwerpen komen er te sprake?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Welke levensbeschouwelijke onderwerpen komen er te sprake?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Welke levensbeschouwelijke onderwerpen komen er te sprake?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Welke levensbeschouwelijke onderwerpen komen er te sprake?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Welke levensbeschouwelijke onderwerpen komen er te sprake?

Slide 18 - Open question

Aan de slag
Maken opdrachten 10 en 11
(opdracht 11 mag je met z'n tweeën of drieën maken).

Slide 19 - Slide

Toelichting bij opdracht 11
1. Kies 1 levensbeschouwelijk onderwerp (bijv. liefde, geluk, toekomst, vriendschap...,) dat jou/ jullie aanspreekt.
2. Bedenk een verzonnen of bestaand verhaal bij dit onderwerp.
3. Maak in het verhaal duidelijk dat je er op minstens twee verschillende manieren naar kan kijken (bijv. heel belangrijk en niet belangrijk).
4. Verwerk het verhaal in een strip, animatiefilmpje (stop-motion) of TikTok.
5. Je mag deze opdracht met z'n tweeën of drieën maken.

Slide 20 - Slide

More lessons like this