les 3 periode 3 thema erfelijkheid en evolutie: genen en allelen

1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Overzicht Periode 3
  • Thema: Voortplanting en seksualiteit (H4) 
  • Thema: Erfelijkheid en Evolutie (H5)


Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
de pubertijd
een vrouw
een man
seks


veilig vrijen
zwangerschap 
genotype 
fenotype
chromosomen
genen en allelen
transcriptie
de evolutietheorie
geschiedenis van het leven op aarde
 DNA- technieken 
herhalingsweek

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 5 - Slide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Waar of niet waar?
Het genotype komt tot stand op het moment van bevruchting.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Gekloonde dieren hebben hetzelfde genotype.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Maagcellen
B
Teelbalcellen
C
Zaadcellen
D
Eierstokcellen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

      Leerdoelen
  1. R: Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn.
  2. T1: je kunt omschrijven wat een mutatie is .
  3. T2
  4. I


Slide 10 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Slide 11 - Video

This item has no instructions

DNA
Basen: A, T, C, G 

Basenpaar: C-G    en     A-T

verschillende "letters" verschillende "combinaties"

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

DNA
  • Het genotype bestaat uit alle erfelijke eigenschappen en ligt in de celkern opgeslagen als DNA.
  • DNA bestaat uit verschillende baseparen: A, T, C, G
  • Deze letters coderen voor bepaalde eiwitten
Cel en DN

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Inzoomen DNA
De treden van de latter bestaan uit basen, A, T, C en G
Baseparen: A en T zitten altijd bij elkaar, C en G ook

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

GEN
Gen bestaat uit verschillende basesparen (duizenden!)
de basenparen die samen nodig zijn voor een eigenschap, bormen samen een gen .
 Een gen codeert voor 1 eigenschap

Gen vertaalt naar Eiwitten.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Genen
  • Een chromosoom bevat de informatie voor meerdere erfelijke eigenschappen
  • Een gen is een deel van een chromosoom met de informatie voor één erfelijke eigenschap
Cel en DN

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Genvariant of allel
Chromosomenpaar met verschillende genen.

informatie Gen = Genvariant / Allel

de Allelen van die voor het zelfde coderen op de chromosomenpaar = allelenpaar.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Allel
  • Een allelenpaar bevat de informatie voor een erfelijke eigenschap (haartype)
  • Beide allelen kunnen verschillend zijn (krullend en stijl)
Cel en DN

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Heterozygoot of
homozygoot
  • Iemand met twee gelijke allelen noem je homozygoot. 
  • Iemand twee verschillende allelen noem je heterozygoot. 

Cel en DN

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dominant of recessief
  • Als de allelen verschillend zijn kan één van beide allelen dominant zijn over het andere allel en tot uiting komen in het fenotype.
Cel en DN

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Is de roodharige zoon in het voorbeeld heterozygoot of homozygoot voor haarkleur?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welk allel is recessief?
A
Allel voor steil haar
B
allel voor krullend haar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is bij deze koeien het dominante allel voor vachtkleur?
A
Het allel voor rode vacht
B
Het allel voor zwarte vacht

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Mutatie
Mutatie weinig invloed in enkele lichaamscel


Mutatie groter gevolg in geslachtscel.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Mutatie
  • Een mutatie is een plotselinge verandering in het DNA in één cel.
  • Als geslachtscellen muteren, kan de mutatie doorgegeven worden aan de nakomelingen.
  • De nakomeling heeft dan in alle lichaamscellen het gemuteerde allel. 
Cel en DN

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Albinisme
  • Een organisme waarbij een mutatie zichtbaar is noemen we een mutant.
  • Bij een albino kan het lichaam geen melanine (pigment) vormen.
Cel en DN

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Mutagene invloeden.
Mutagene invloeden zijn dingen die je DNA kunnen laten muteren.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

De chromosomen in een lichaamscel van de mens komen voor in paren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Je hebt van allebei je ouders 46 chromosomen geerft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Het is mogelijk dat een man aan zijn eerste kind een allel voor blauwe ogen doorgeeft en aan zijn tweede kind een allel voor bruine ogen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

practicum
Checklist:
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes 
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik, wij, jij, wij)
  • Het leren zichtbaar maken
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel

Slide 31 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 32 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

    Begrippen uit deze les
  • basen               basenpaar
  • DNA                 Gen
  • genvariant  of allel
  •  allelpaar          eiwitten
  • homozygoot     heterozygoot
  • mutatie             gemuteerd
  • albino               mutant
  • mutagene invloeden

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 34 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 35 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 36 - Open question

This item has no instructions