Bs 3 Genen en allelen

Thema Erfelijkheid en evolutie
Bs 3 Genen en allelen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema Erfelijkheid en evolutie
Bs 3 Genen en allelen

Slide 1 - Slide

De chromosomen in een lichaamscel van de mens komen voor in paren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Je hebt van allebei je ouders 46 chromosomen geerft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Geslachtscellen ontstaan door een speciale deling.
Deze celdeling heet.....
A
Mitose
B
Meiose

Slide 4 - Quiz

Lees Bs 3    blz. 114 t/m 118
Bs 3   Genen en allelen

Slide 5 - Slide

B3  Genen en allelen
  • Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn. 
  • Je kunt omschrijven wat een mutatie is.
  • Je kunt omschrijven hoe de ziekte kanker ontstaat.


Slide 6 - Slide

Erfelijke informatie
Cel en DN

Slide 7 - Slide

DNA
  • DNA is opgebouwd uit 'basen'.
  •  
  •  
Cel en DN

Slide 8 - Slide

DNA
  • DNA is opgebouwd uit 'basen'.
  • 2 vaste basenparen: A-T en C-G 

Cel en DN

Slide 9 - Slide

DNA
  • DNA is opgebouwd uit 'basen'.
  • 2 vaste basenparen: A-T en C-G
  • De volgorde van de basenparen 'beschrijft' de erfelijke informatie
Cel en DN

Slide 10 - Slide

Genen
  • Een chromosoom bevat de informatie voor meerdere erfelijke eigenschappen
  • gen = alle basenparen die nodig zijn voor één erfelijke eigenschap
Cel en DN

Slide 11 - Slide

Allel (genvariant)
  • Een allelenpaar bevat de informatie voor één erfelijke eigenschap (haartype)
  • op een chromsomenpaar zit een allelenpaar op dezelfde hoogte
  • een allelenpaar kan 2 gelijke óf 2 verschillende allelen hebben
Cel en DN

Slide 12 - Slide

Allelenpaar
  • bij 2 verschillende allelen bepaalt de 'sterkste variant' welke eigenschap het uiteindelijk wordt
Cel en DN

Slide 13 - Slide

Mutatie
  • Een mutatie is een plotselinge verandering in het DNA in één cel.
  • Als geslachtscellen muteren, kan de mutatie doorgegeven worden aan de nakomelingen.
  • De nakomeling heeft dan in alle lichaamscellen het gemuteerde allel. 
Cel en DN

Slide 14 - Slide

Albinisme
  • Een organisme waarbij een mutatie zichtbaar is noemen we een mutant.
  • Bij een albino kan het lichaam geen melanine (pigment) vormen.
Cel en DN

Slide 15 - Slide

Mutagene invloeden
  • Asbest
  • UV-straling
  • Röntgen- / radioactieve straling
  • Sigarettenrook

Cel en DN

Slide 16 - Slide

Kanker
  • Kanker ontstaat door een mutatie aan een lichaamscel.
  • Deze cel deelt zich ongeremd, waardoor er een tumor ontstaat.
  • Een kwaadaardige tumor kan de weefsels aantasten en uitzaaien via het bloed naar andere delen van het lichaam.

Cel en DN

Slide 17 - Slide

Huiswerk
  • Maak de begrippenlijst
  • Maak online opdracht 1 t/m 3,  5 t/m 10



Slide 18 - Slide

Een mutatie in de levercel van een zwangere vrouw wordt doorgegeven aan haar kind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Roken verhoogt de kans op kanker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Noem nog een aantal mutagene invloeden:

Slide 21 - Open question

Waar denk je aan bij het woord mutatie?

Slide 22 - Mind map