Strux 1: hehaling

1 / 33
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag (laatste les voor toets):
10.45 - 11.15 uur: Appeltaart maken (60 - 75 minuten in de oven)
Ruim meteen alles op van je aanrecht! 
11.15 - 12.15 uur: Klassikaal lesstof herhalen, appeltaart uit oven
12.15 - 13.00 uur: Pauze
13.00 - 13.30 uur: Klassikaal lesstof herhalen
13.30 - 14.00 uur: Appeltaart ronddelen
14.00 - 14.30 uur: vegen, dweilen, alles netjes achter laten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 1:
Klanten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

KLANT
  • Als jij ergens werkt heb jij contact met mensen.
  • Deze mensen worden dan jouw klant.
  • Ze willen door jou geholpen worden.
  • cliënt - klant - gast - bezoeker - zorgvrager 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

een bewoner van een zorginstelling is een ...........................
A
klant
B
gast
C
cliënt
D
bezoeker

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

iemand die naar de kapper gaat
is een ................................
A
klant
B
gast
C
cliënt
D
bezoeker

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

een meneer die gaat eten
in het restaurant is een ..................
A
klant
B
gast
C
cliënt
D
bezoeker

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Jij gaat naar de open dag van het ROC, jij bent een ...............................

A
klant
B
gast
C
cliënt
D
bezoeker

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

interne klanten:

jouw collega's,
zij werken in het bedrijf

externe klanten:

mensen die niet in het bedrijf werken

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn Interne klanten
A
Mensen die binnen zijn en hulp nodig hebben.
B
Mensen van een soort gelijk bedrijf.
C
Collega's met wie je samenwerkt en die je helpt.
D
Mensen die je niet kent

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn externe klanten?
A
Mensen van buiten de organisatie waar je werkt.
B
Mensen van binnen de organisatie die je niet kent.
C
Mensen die buiten zijn en hulp nodig hebben.
D
Mensen die je zelf benaderd om te helpen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

service gericht handelen: 
  • je bent vriendelijk 
  • je bent beleefd   ("u" zeggen)
  • je kijkt de klant aan (oogcontact, observeren)
  • je luistert goed naar de klant
  • je geeft niet jouw eigen mening 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Je kunt een product leveren of een dienst. Geef van beide een voorbeeld.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Je kunt iemand op 2 manieren helpen:
  • Je geeft een product (bijvoorbeeld:  kleding of eten)


  • Je verleent een dienst   (je helpt iemand bijvoorbeeld met auto wassen, je helpt een oude mevrouw met aankleden )

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Je maakt het kantoor schoon.
A
een product
B
een dienst

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Je geeft iemand een bos bloemen.
A
een product
B
een dienst

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdstuk 2:
Aan de telefoon

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Het telefoongesprek
  • Telefoon opnemen, niet meer dan drie keer over laten gaan
  • Vriendelijke en zakelijke stem
  • Spreek rustig en duidelijk. 
  • Spreek niet te hard en niet te zacht
  • Start met een nette begroeting
  • Meld de naam van de organisatie waarvoor je werkt.  
  • Gebruik geen populaire woorden

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat staat er in een telefoonnotitie?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 3:
De eerste indruk

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is een eerste indruk?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

De eerste indruk,
Waar let je op?

Slide 23 - Mind map

Wat hoort er allemaal bij de eerste indruk?
Waar hou jij dus rekening mee?

Hoe kom je over? en wat kies je op welk moment?
De eerste indruk
1. Verzorgd uiterlijk
2. Lichaamshouding
3. Juiste kleding
4. Net taalgebruik

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 4:
Privacy

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Privacy gaat om:
A
De bescherming van je eigen lichaam
B
De bescherming van je eigen lichaam en woning
C
Bescherming van je familie en gezin
D
De bescherming van je persoonsgegevens

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Respect: 


De ander in zijn waarde laten:
- Begrip voor gedrag en mening van de ander
- Respecteer verschillen tussen mensen
- Geen dingen doen waarvan je weet dat iemand er niet tegen kan. 
- Rekening houden met dingen die voor iemand belangrijk zijn. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is discretie?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Hoofdstuk 5:
Klanten ontvangen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij klanten ontvangen?
A
Vriendelijk en beleefd zijn
B
Controle vragen stellen
C
Een nette wachtruimte
D
Een goede werkhouding hebben.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat schrijf je op de bezoekerslijst?
A
Wie er binnen komen
B
Wat iemand komt doen
C
Hoe iemand zijn humeur was
D
Wie er vertrekken

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Waarom wordt de bezoekerslijst bijgehouden?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Zijn er nog vragen over de toets? 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions