leesvaardigheid tekststructuren

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

tekststructuren

Slide 2 - Slide

Doel

Ik ken verschillende vaste tekststructuren


Ik kan een tekst lezen en hierbij het onderwerp bepalen en de vaste tekststructuur aangeven

Slide 3 - Slide

Tekststructuren
  • Argumentatiestructuur 
  • Aspectenstructuur
  • Verklaringsstructuur
  • Voor- en nadelenstructuur
  • Probleem-oplossingsstructuur
  • Verleden-heden-toekomststructuur
  • Vraag-antwoordstructuur

Slide 4 - Slide

Argumentatiestructuur
Tekstdoel: overtuigen of activeren

Inleiding: standpunt of vraag
Middenstuk: argumenten + tegenargumenten (incl. weerlegging)
Slot: herhaling stelling of beantwoording vraag

Slide 5 - Slide

Aspectenstructuur
Tekstdoel: informeren of opiniëren

Inleiding: onderwerp
Middenstuk: verschillende aspecten van het onderwerp
Slot: samenvatting

Slide 6 - Slide

aspect: BETEKENIS & DEFINITIE
Aspect - Zelfstandig naamwoord
1. een kant of zijde (aan een kwestie of object, om te beschouwen)
♢ Er is nog een ander belangrijk aspect aan deze zaak.
♢ Dit probleem kent vele aspecten, waarvan sommige conflicteren
2. visie
♢ Een aspect dat meegewogen moet worden, is uw mening
♢ Een aspect dat uw aandacht verdient

Slide 7 - Slide

Verklaringsstructuur
Tekstdoel: informeren

Inleiding: bepaald verschijnsel
Middenstuk: kenmerken / voorbeelden / verklaringen /oorzaken /redenen
Slot: samenvatting of soms conclusie

Slide 8 - Slide

Voor- en nadelenstructuur
Tekstdoel: informeren, opiniëren, overtuigen of activeren

Inleiding: vraag of standpunt
Middenstuk: voor- en nadelen
Slot: afweging en conclusie

Slide 9 - Slide

Verleden/heden/toekomst structuur
Inleiding: introductie onderwerp
Middenstuk: Situatie vroeger, situatie nu, situatie in de toekomst.
Slot: conclusie

Slide 10 - Slide

Welke structuur bevat oorzaken in het middenstuk?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur

Slide 11 - Quiz

Welke tekststructuur past niet bij een betoog?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
verklaringsstructuur

Slide 12 - Quiz

Verklaringsstructuur
- inleiding: bepaald verschijnsel
- kern: kenmerken/ verklaringen/ voorbeelden
- slot: ?
Wat moet er op de plaats van het vraagteken staan?
A
samenvatting
B
eigen mening
C
het probleem
D
vraagstelling

Slide 13 - Quiz

Inleiding: onderwerp
middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp worden besproken
slot: samenvatting
Deze indeling hoort bij de volgende structuur:
A
argumentatiestructuur
B
voor en nadelen structuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur

Slide 14 - Quiz

Een tekst waarin wordt uitgelegd hoe het broeikaseffect is ontstaan, is een ....
A
Tekst met verklaringsstructuur
B
Tekst met voor- en nadelenstructuur
C
Tekst met argumentatiestructuur

Slide 15 - Quiz

Bij welke tekststructuur wordt in de inleiding een onderwerp geïntroduceerd en in het slot een conclusie getrokken?
A
aspectenstructuur
B
voor- en nadelen structuur.
C
verleden/heden/ toekomststructuur.
D
verklaringsstructuur

Slide 16 - Quiz

verschillende vaste tekststructuren



Kennen jullie de verschillende tekststructuren?

Slide 17 - Poll

Kun je nu de vaste tekststructuur van een tekst herkennen en benoemen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll