Terugkijken live-les 4 - 2HAVO

Live LessonUp - online-les 4
Deze les gaan paragraaf 7.2 behandelen
Zorg dat je voor je hebt liggen:
  • boek
  • blaadje + pen
  • rekenmachine
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Live LessonUp - online-les 4
Deze les gaan paragraaf 7.2 behandelen
Zorg dat je voor je hebt liggen:
  • boek
  • blaadje + pen
  • rekenmachine

Slide 1 - Slide

Toets Natuurkunde
Voor natuurkunde zal er nog 1 cijfer komen, dit cijfer zal 3x meeltellen. Dit cijfer komt van een toets die ergens na 15 juni op school zal worden afgenomen. Hoe en wanneer dit precies gebeurd, is nog onbekend.

Toetsstof (alles dat we op afstand behandeld hebben):
- H3 (van paragraaf 1, 3 en 4 de ‘plus’) (NIET: Kristallen (blz 55, 56))

- H7, Alleen paragraaf 1 en 2 (van paragraaf 1 de ‘plus’)

* op de toets zullen de hoofdstukken duidelijk van elkaar gescheiden zijn, zodat er daarover geen verwarring zal zijn.

Slide 2 - Slide

Tijdens deze les
Tijdens deze les:
- Lukt er iets niet, geen probleem, laat het weten!
-                                       betekent dat die dia een aantekening is (erg belangrijke dus)
- Storing, ben ik ineens weg? Blijf gewoon online in de les, ben ik er na 15 minuten niet, dan mag je weg
- Als ik een vraag aan je stel, antwoord liefst via de microfoon, dat gaat sneller
Aantekening

Slide 3 - Slide

Planning deze les
  • Snaarinstrumenten
  • Frequentie
  • Trillingstijd
  • Geluid horen
  • (volgende week laatste onderwerp: oscilloscoop)

Slide 4 - Slide

Snaarinstrumenten

Slide 5 - Slide

Snaarinstrumenten
Kortere snaar 
hogere toon
Aantekening

Slide 6 - Slide

Snaarinstrumenten
dunnere snaar 
hogere toon
Aantekening

Slide 7 - Slide

Snaarinstrumenten
strakkere snaar 
hogere toon
Aantekening

Slide 8 - Slide

Welke snaar geeft het hoogste geluid?
A
een dunne, strakgespannen en lange snaar
B
een dikke, strakgespannen en lange snaar
C
een dunne, losse en lange snaar
D
een dunne, strakgespannen en korte snaar

Slide 9 - Quiz

Herhaling: Wat is geluid?
Geluid is een trilling (geluidsgolf) die zich verplaatst van een geluidsbron, via een tussenstof naar een ontvanger.

Slide 10 - Slide

Golvende trilling

Slide 11 - Slide

Golvende trilling

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Frequentie
Het aantal trillingen per seconde

symbool: f
eenheid: Hz


Aantekening

Slide 14 - Slide

Lage frequentie
Hoge frequentie

Slide 15 - Slide

Golvende trilling

Slide 16 - Slide

Lage frequentie
Lage toon
Hoge frequentie
Hoge toon

Slide 17 - Slide

Het frequentiebereik van het menselijk gehoor
ligt tussen de 20 en 20.000 Hz

Slide 18 - Slide

Een pianostemmer stemt een snaar. Z'n snaar heeft een frequentie van 337 Hz, hij wil een frequentie van 440 Hz. Wat moet hij doen met z'n snaar?
A
strakker draaien
B
losser draaien
C
vervangen
D
schoonmaken

Slide 19 - Quiz

Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz

Slide 20 - Quiz

Golflengte
Lengte van de golf

symbool: 
eenheid: m


Aantekening
λ

Slide 21 - Slide

Golflengte = lengte van de golf

Slide 22 - Slide

Lage toon
Lage frequentie
Hoge toon
Hoge frequentie

Slide 23 - Slide

Stelling: Toon 1 hoort bij snaar A.

Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Lage toon
Lage frequentie
Grote golflengte
Hoge toon
Hoge frequentie
Kleine golflengte

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Golflengte

Slide 27 - Slide

Trillingstijd
Tijd die 1 trilling doet

symbool: T
eenheid: s


Aantekening

Slide 28 - Slide

Je hebt 2 golven, één met een frequentie van 200 Hz, de ander met een frequentie van 400 Hz. Welke heeft de grootste trillingstijd?
A
die van 200 Hz
B
die van 400 Hz
C
ze zijn gelijk
D
dit kun je niet weten

Slide 29 - Quiz











Lage toon
Lage frequentie
Grote golflengte
Grote trillingstijd










Hoge toon
Hoge frequentie
Kleine golflengte
Kleine trillingstijd
Aantekening

Slide 30 - Slide

Frequentie, trillings en golflengte
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Frequentie
f
Hertz
Hz
Trillingstijd
T
seconde
s
Golflengte
λ
meter
m

Slide 31 - Slide

Trillingstijd en Frequentie
Omrekenen
f=T1
T=f1

Slide 32 - Slide

Voorbeeld:
Een geluid heeft een frequentie van 230 Hz. Wat is de trillingstijd?
  • gegeven:
  • f = 230 Hz

  • gevraagd:
  • T = ? s
  • oplossing

Slide 33 - Slide

Voorbeeld:
Een geluid heeft een frequentie van 230 Hz. Wat is de trillingstijd?
  • gegeven:
  • f = 230 Hz

  • gevraagd:
  • T = ? s
  • oplossing
T=f1

Slide 34 - Slide

Voorbeeld:
Een geluid heeft een frequentie van 230 Hz. Wat is de trillingstijd?
  • gegeven:
  • f = 230 Hz

  • gevraagd:
  • T = ? s
  • oplossing
T=f1
T=2301=0,00043s

Slide 35 - Slide

Voorbeeld:
Een geluid heeft een trillingstijd van 20 ms. Wat is de frequentie?
gegeven:
T = 20 ms = 0,02 s

gevraagd:
f = ? Hz
oplossing
f=T1
f=0,021=50Hz

Slide 36 - Slide

De frequentie is 130 Hz. Hoeveel milliseconden is de trillingstijd?

Slide 37 - Open question

Bedankt voor jullie aandacht
weektaak deze week:
Bekijk instructie 9 (video's zelfde onderwerp als deze les) 
maak inleveropdracht 9 in LessonUp
Deadline: 5 juni 23:30

Slide 38 - Slide

Wat kan ik nog verbeteren aan de instructie, inleveropdracht of deze online-les?

Slide 39 - Open question

Bedankt voor jullie aandacht
weektaak deze week:
Bekijk instructie 9 (video's zelfde onderwerp als deze les) 
maak inleveropdracht 9 in LessonUp
Deadline: 5 juni 23:30

Slide 40 - Slide