§6.3 en 6.4

§ 6.3 en §6.4
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§ 6.3 en §6.4

Slide 1 - Slide

Leerdoelen § 6.3
  1. Je kunt uitleggen hoe de overheid de inkomens van actieven en inactieven herverdeelt.
  2. Je kunt gevolgen van vergrijzing voor de AOW noemen.
  3. Je kunt vaststellen wanneer er sprake is van nivellering of denivellering.

Slide 2 - Slide

Wat zijn actieven en inactieven?

Slide 3 - Open question

Wat is AOW?

Slide 4 - Mind map

Als je met pensioen gaat
1e peiler: AOW
2e peiler: Pensioen (als je gewerkt hebt)
3e peiler: Zelf sparen.
± 70 % van jouw gemid. inkomen wat je had.
Zelf aanvullen tot 100%

Slide 5 - Slide

I/A Ratio
Inactieven/actieven verhouding (I/A-ratio)
Vraag: 
A) Hoeveel leerlingen deze groep zijn ouder dan 15 (inactieven)?
B) Hoeveel leerlingen zijn 15 of jonger (actieven)?

I/A-ratio = A÷B = 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Leerdoelen §6.4
  1. Je kunt uitleggen wat het draagkrachtbeginsel inhoudt.
  2. Je kunt uitleggen wat het profijtbeginsel is en er een voorbeeld bij geven.
  3. Je kunt uitleggen wat belastingontduiking is en twee problemen noemen die erdoor kunnen ontstaan.

Slide 8 - Slide

Nivelleren en denivelleren 

Slide 9 - Slide

Zoek op in §6.4: Wat is het draagkrachtbeginsel?

Slide 10 - Open question

Zoek op in §6.4: Wat is het profeitbeginsel?

Slide 11 - Open question

Noem voorbeelden van profeitbeginsel

Slide 12 - Mind map

Is/vind belasting betalen belangrijk?
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Wat zijn collectieve voorzieningen?

Slide 14 - Mind map

Zijn collectieve voorzieningen nog mogelijk als we geen belasting meer betalen?
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

Fraude
Belastingontduiking of belastingfraude. Dat is strafbaar en kan ertoe leiden dat anderen geen motivatie meer hebben om wel belasting te betalen.
Belastingontduiking kost de overheid naar schatting € 22 miljard per jaar. Ter vergelijking: dat is ongeveer evenveel als wat de overheid jaarlijks uitgeeft aan het basis- en voortgezet onderwijs

Slide 16 - Slide