Communicatie - Hoofdstuk 2 (deel 1)

Communicatie - Hoofdstuk 2 (les 1)

1. Terugblik week 1
2. Start theorie H2
3. Zelfstandig werken
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Communicatie - Hoofdstuk 2 (les 1)

1. Terugblik week 1
2. Start theorie H2
3. Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Les 1

Slide 2 - Slide

Onderuitgezakt in je stoel zitten is een voorbeeld van ....
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C

Slide 3 - Quiz

Welke stelling klopt er niet?
A
Je referentiekader wordt bepaald door je waarden en normen
B
Mensen uit hetzelfde gezin hebben hetzelfde referentiekader

Slide 4 - Quiz

Hoe ziet het stappenplan 'feedback geven' eruit?

Slide 5 - Open question

Jij geeft een collega feedback omdat zij veel met haar telefoon bezig was tijdens de dienst. Hierdoor is ze vergeten om 2 cliënten in bed te helpen en moest jij dit overnemen. Jij geeft haar feedback en haar reactie is....
Ontkenning
Verdringing
Rationalisatie
Projectie
"Nou, ik werd geappt met een belangrijk bericht en ik moest hier op reageren dus dat was op dit moment belangrijker.
"Niet altijd direct zo moeilijk doen, jij zit ook vaak genoeg op je telefoon en dan help ik jou met je cliënten"
"Ik heb niet veel op mijn telefoon gezeten en die cliënten konden het ook prima zelf"
Ik kan het mij niet meer herinneren, volgens mij heb ik alles gedaan wat ik moest doen

Slide 6 - Drag question

Beroepshouding
Beroepshouding = de eigenschappen en het gedrag waarover iemand in zijn beroeps dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen. 

Grondhouding = de basishouding die bij je persoonlijkheid hoort en onlosmakelijk verbonden is met je normen en waarden.

Je grondhouding omvat drie aspecten. Die aspecten zijn:
  1. Gevoelsmatig aspect. 
  2. Verstandelijk aspect. 
  3. Ethisch aspect.

Slide 7 - Slide

Het is 3.00 uur ’s nachts en je bestelt met je vriendinnen het laatste drankje voordat jullie naar huis gaan. De kroeg is nog steeds overvol waardoor je per ongeluk iemand aanstoot. Je zegt sorry maar de ander reageert erg fel. Ze is boos en scheld je uit.

Hoe ga je reageren? Niet reageren = negeren. Dit is ook een antwoord.

Slide 8 - Open question

Je bent in het verzorgingstehuis bij je oma op bezoek en jullie zitten te genieten van het zonnetje in de gezamenlijke tuin. Naast jullie zitten er andere mensen van de groep waar je oma verblijft. De dienst is net gewisseld en je ziet dat er een nieuwe begeleider is. De nieuwe begeleider rookt waar de cliënten bij zijn.

Wat ga je hier mee doen?

Slide 9 - Open question

Je loopt stage bij Aveleijn, een woongroep voor mensen met een verstandelijke beperking. Volgens het ontvangen rooster ben je aanstaande vrijdag vrij en om deze reden heb je wat leuks met vriendinnen gepland. Nu is er iemand ziek en wordt jij gevraagd om in te vallen. Je wilt eigenlijk niet maar ze lijken erg hoog te zitten.

Wat doe je?

Slide 10 - Open question

Wat zijn belangrijke kwaliteiten / aspecten van de beroepshouding binnen de Maatschappelijke Zorg?

Slide 11 - Open question

Aspecten van je beroepshouding
Je beroepshouding bestaat uit een aantal verschillende aspecten. Iemand met een goede beroepshouding toont:

  • respect;
  • deskundigheid;
  • bereidheid;
  • betrouwbaarheid, integriteit;
  • transparantie;
  • zorgvuldigheid;
  • veiligheid.






Slide 12 - Slide

Aspecten van je beroepshouding
Je beroepshouding bestaat uit een aantal verschillende aspecten. Iemand met een goede beroepshouding toont:

  • respect;
  • deskundigheid;
  • bereidheid;
  • betrouwbaarheid, integriteit;
  • transparantie;
  • zorgvuldigheid;
  • veiligheid.






Slide 13 - Slide

Respect
Deskundigheid
Bereidheid
Betrouwbaarheid, integriteit
Transparantie
Zorgvuldigheid
Veiligheid
De cliënt kan zichzelf zijn en je behandelt de cliënt wel op dezelfde professionele, vriendelijke wijze als je zou doen met iemand met wie je het wel eens bent.
Je bent op de hoogte van de actuele kennis en nieuwe, recente inzichten. 
Je komt afspraken na, neemt initiatief, komt op tijd en denkt actief mee met de cliënt of de organisatie.
Je bent open en eerlijk en niet omkoopbaar. Een cliënt moet jou kunnen vertrouwen
Je bent duidelijk in wat je verwacht en bespreekt zaken waar je tegenaan loopt
Je zorgt voor een omgeving waarin een cliënt veilig is en zichzelf veilig voelt
Je handelt binnen de wettelijke kaders 

Slide 14 - Drag question

Aan de slag!

Digitale leeromgeving
- Licentie Communicatie & Ondersteunen, module 1, hoofdstuk 2
- Opdracht niveau 4: opdracht 1 t/m 6


Deadline: 27 september.

Slide 15 - Slide

Les 2
Vaardighedenopdracht uit de studiewijzer

Of uitloop (feedback in les 1, beroepshouding in les 2)

Slide 16 - Slide