What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
herhaling H3 quiz klas 1a
i ie of y ?
Zwemmen is mijn favoriete hobb....
A
Hobbie
B
Hobbi
C
Hobby
1 / 18
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
i ie of y ?
Zwemmen is mijn favoriete hobb....
A
Hobbie
B
Hobbi
C
Hobby
Slide 1 - Quiz
De jur... was onder de indruk van zijn muz...kale kwaliteiten.
Slide 2 - Open question
het werkwoord zijn
ik ben
hij ....
A
bent
B
zijnt
C
is
Slide 3 - Quiz
wat is de verleden tijd van
zij willen ?
A
zij wilden
B
zij wouden
Slide 4 - Quiz
(het werkwoord hebben)
Pieter .... gisteren geen zin om naar buiten te gaan.
Slide 5 - Open question
Gebruik je de juiste persoonsvorm van zijn
Vanavond .... jij toch niet thuis?
Slide 6 - Open question
onderwerp?
Mark loopt elke avond een rondje met de hond.
A
elke avond
B
Mark
C
de hond
D
een rondje
Slide 7 - Quiz
noteer de ik-vorm van dit werkwoord
(niet het woord ik intoetsen)
Zweren
Slide 8 - Open question
noteer de ik-vorm van dit werkwoord
(niet het woord ik intoetsen)
Geven
Slide 9 - Open question
onderwerp?
De kleren van mijn broertje zijn te klein.
A
mijn broertje
B
De kleren
C
De kleren van mijn broertje
D
broertje
Slide 10 - Quiz
wat betekent Regelmatig
A
Vreemd
B
heel groot, heel erg
C
Vaak
Slide 11 - Quiz
Wat is de betekenis van activiteiten?
A
dingen waarmee je bezig kunt zijn
B
iets doen wat je leuk vindt
Slide 12 - Quiz
Van welk woord zijn de voorbeelden die na de dubbele punt staan
Marko houdt van balsporten: voetbal, hockey, tennis.
A
Marko
B
houdt
C
balsporten
Slide 13 - Quiz
Bij zoekend lezen moet ik de hele tekst lezen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Schrijf het onderwerp op:
Morgen viert mijn oude tante haar verjaardag.
Slide 15 - Open question
Over een flyer kun je het volgende zeggen:
A
Het bestaat uit meerdere bladzijden
B
Er staat heel veel tekst op
C
Wordt vaak uitgedeeld op straat, is opvallend en je kunt de juiste informatie vaak vinden
D
Hangt vaak aan de muur of in een bushokje
Slide 16 - Quiz
Hoe noem je nog maar de zin in een flyer
waar je mee probeert op te vallen?
A
Alinea
B
Slogan
C
Inleiding
D
Samenvatting
Slide 17 - Quiz
Schrijf op welk woord de persoonsvorm is:
Voetballers verdienen veel geld.
Slide 18 - Open question
More lessons like this
T2L9: Supertalenten
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Onderwerp en persoonsvorm
March 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordvolgorde
June 2022
- Lesson with
24 slides
English
Tertiary Education
4 Taal deel 1
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Werkwoorden vervoegen
March 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Onderwerp/ persoonsvorm
February 2024
- Lesson with
17 slides
Zinsontleden
April 2022
- Lesson with
30 slides
English
Tertiary Education
Slimmer Schrijven: Pas de persoonsvorm aan!
April 2023
- Lesson with
15 slides