17.1 DNA in je cellen 6V 24-25

Welkom! 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom! 

Slide 1 - Slide

Waar vind je materiaal?
  • De presentaties van de biologielessen vind je steeds in
      LessonUp, meld je aan met de klascode die je van je docent
      krijgt in de klas
  • De antwoorden bij het Nectar boek vind je in SOM
  • Oefentoetsen en - antwoorden vind je in SOM

Slide 2 - Slide

Jaarprogramma: Nectar VWO6
Hoofdstuk 17 DNA
Hoofdstuk 18 Eiwitten
Hoofdstuk 19 Sport
Hoofdstuk 20 Planten
Hoofdstuk 21 Afweer

+ herhaling alles van Vwo4 en Vwo5

Slide 3 - Slide

3 Schoolexamens en 1 Centraal examen
Schoolexamens
1) H17-18-2-4-5-7 (toetsweek 1, zie jaaragenda)
2) H1-6-8-19-20 (toetsweek 2, zie jaaragenda )
3) H9-10-11-12-13-21 (toetsweek 3, zie jaaragenda )

Centraal examen
CE biologie op vrijdag 23 mei 2025 van 13.30u-16.30u

Slide 4 - Slide

Planning
Meestal 1 paragraaf per les.
Daarmee houden we tijd over voor het herhalen van de oude hoofdstukken en/ of oefenen met examenvragen.

De planning is terug te vinden op Somtoday binnenkort


Slide 5 - Slide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 17.1 DNA in je cellen

Slide 6 - Slide

opfris opdracht: associëren
-Noteer per duo het woord DNA op een A4-tje
-Noteer tenminste 15 begrippen/processen die met DNA
  samenhangen
-Probeer nu alle begrippen in categorieën te zetten
-Ter afsluitingen bespreken we klassikaal wat er bedacht is en
  bepalen we onze doelen van dit hoofdstuk. 

Slide 7 - Slide

Doel en begrippen 17.1
Je leert hoe DNA is opgebouwd en hoe het in de cel is verpakt

DNA, nucleotiden, stikstofbase, basenparen, complementair, 5`einde, 3`einde, histonen, nucleosoom, chromatinedraad, mtDNA, genoom, genen, sequentie, niet-coderend DNA, coderend DNA, repetitief DNA, STR's, loci, DNA profiel.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Gedraaide touwladder/ dubbele helix

'Het touw' bestaat uit een fosfaatgroep (PO4) afgewisseld met een suiker (desoxyribose)
DNA
molecuul

Slide 10 - Slide

'De treden' bestaan uit baseparen. Er zijn vier verschillende stikstofbasen: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G 

DNA-
molecuul

Slide 11 - Slide

In DNA heb je de base-paren A-T en C-G. Waarom zit A niet aan C vast (en bijv. T aan niet aan G?
A
A en C stoten elkaar af, terwijl A en T elkaar aantrekken
B
Er zitten eiwitverbindingen tussen A en T
C
Door het (gelijke) aantal waterstofbruggen
D
Histonen bepalen deze bindingen

Slide 12 - Quiz

Nucleotide: bouwsteen van DNA
Bestaat uit 1 fosfaatgroep, 1 suiker en 1 stikstofbase
Nucleoside:
Bestaat uit 1 suiker en 1 base


DNA-
molecuul

Slide 13 - Slide

De ene streng is complementair aan (een soort negatief van) de andere.
Als je de ene weet, weet je de andere ook.
DNA-
molecuul

Slide 14 - Slide

Oriëntatie: Elke streng heeft een 3` kant en een 5` kant. De 3` kant is de kant waar de streng eindigt met de suiker, de 5` kant is de kant die eindigt met de fosfaatgroep
DNA-
molecuul

Slide 15 - Slide

DNA-
molecuul
BINAS 67F1
monosachariden
1: plek voor stikstofbase
3: plek voor fosfaatgroep nucleotide
5: plek voor fosfaatgroep volgende nucleotide

Slide 16 - Slide

Oriëntatie: Beide strengen liggen andersom georiënteerd: 
dus de ene streng van 3' naar 5'
de andere streng van 5'naar 3'
DNA-
molecuul

Slide 17 - Slide

Welk uiteinde van DNA noemen we het 3'-uiteinde?
A
het uiteinde met een vrije hydroxylgroep
B
het uiteinde met een vrije fosfaatgroep
C
het uiteinde met een vrije nucleinebase
D
het uiteinde met een vrij desoxyribosemolecuul

Slide 18 - Quiz

DNA in de kern
DNA (1 molecuul is bijna 2
meter lang) zit met eiwitten 
(histonen) opgekruld tot een
chromatinedraad.

Goed kijken naar tabel
70A.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wat is een histon?
A
een nucleosoom
B
dubbelstrengs DNA
C
eiwit waar DNA omheen gewikkeld zit
D
dubbele helix

Slide 21 - Quiz

DNA in de kern
Tijdens de mitose 
spiraliseert het 
chromatine verder tot
zichtbare chromo-
somen
Goed kijken naar tabel
70A.

Slide 22 - Slide

Genoom = totale DNA
Buiten de kern heb je ook DNA in de mitochondriën.
mtDNA
Hierop staan genen voor eiwitten die betrokken zijn bij de dissimilatie (in mitochondria) en verschillende typen RNA die betrokken zijn bij de translatie (paragraaf 19.3).


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Genoom
DNA bevat genen: coderend DNA.
Elk gen codeert voor 1 eiwit m.b.v. de volgorde van ATC en G.

Daarnaast bevat DNA veel niet-coderend DNA.
Functie: template (sjabloon) voor het maken van rRNA of tRNA aan/ uitzetten van genen.

Slide 25 - Slide

Repetitief DNA
In de ATCG volgorde van het niet-coderende DNA zitten veel herhalende stukken: repititief DNA.
Deze stukken hebben verschillende lengtes (2-1000+ nucleotiden).
Korte repeats (herhalingen) van 2-10 (Short Tandem Repeats - STR's) worden gebruikt bij DNA onderzoek (verwantschap, forensisch)

Slide 26 - Slide

BRON 3

Slide 27 - Slide

Deel van een DNA profiel 
Niet coderend
chromosoom 7
locus D7S280
STR
GATA
Stamboom

Slide 28 - Slide

STR op chromosoom 11 heet TH01.
Vader heeft de allelen 5/8.
Welke combinatie kan zijn zoon niet hebben?
A
TH01 5/5
B
TH01 6/8
C
TH01 6/9
D
TH01 8/9

Slide 29 - Quiz

huiswerk
17.1: lezen
17.1: maken 1 tm 8

Slide 30 - Slide